Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 06-08-2018

Eenhoevigen

betekenis & definitie

Eenhoevigen (Solidungula) noemt men eene orde van met hoeven voorziene zoogdieren, welke bij ons door het paard en den ezel vertegenwoordigd wordt. Hare voornaamste kenmerken zijn gelegen in de tanden en in den bouw der voeten. Van de dieren dezer orde is de schedel langwerpig, het voorhoofd plat en de kaak vooruitspringend. In de boven en onderkaak bevinden zich 6 snijtanden, daarnaast eene tandelooze ruimte, waarin slechts een zeer kleine hoektand doorbreekt, en daarnaast in elke helft van iedere kaak 6 maaltanden (te zamen 24) met 4 gewondene en geëmailleerde lijnen op de kaauwvlakte.

Van de vier pooten zijn de bovenste beenderen kort en in het vleesch van den romp verborgen (a, b, l), hierop volgen het spaak- en het scheenbeen (k, d), welk laatste eene knieschijf (c) draagt, terwijl het deel, dat men bij het paard de knie noemt, niets anders is dan het voetwortelgewricht (i). De beenderen van de middelhand en middelvoet (h, e) zijn daarentegen zeer lang en sterk. De hand- en voetwortelbeenderen zijn klein en in 2 rijen geplaatst, en hierop volgt het zeer lange en zware middelbeen van den eenigen teen, gewoonlijk het scheenbeen (canon) genaamd. Aan zijn bovenste uiteinde ontwaart men een paar uitsteeksels, de beginselen der overige niet ontwikkelde teenbeenderen. De teen zelf bestaat uit 3 betrekkelijk kleine en korte beenderen, van welke de beide bovenste eene geleding vormen, terwijl het verbreede eindlid in een breeden, hoogen, halvemaanvormigen hoef geborgen wordt (f, g).

De huid is bedekt met kort en dik haar, de lange hals met eene maan, en de korte staart met een haarbos. De eenhoevigen zijn gezellige dieren, welke gaarne in steppen en boomlooze vlakten hun verblijf houden. Behalve genoemde soorten, behoort daartoe ook de Zebra. Het is voorts onloochenbaar, dat er in het tertiaire tijdperk meer soorten van eenhoevigen hebben bestaan, die toen zoowel den overgang vormden tot de Dikhuidigen (Paehydermata) als tot de Herkaauwers (Ruminantia).