Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 06-08-2018

Eelt

betekenis & definitie

Eelt (eallus) noemt men eene harde, dikke, gevoellooze opperhuid, die door overvloedigen wasdom van deze ontstaat, zoodra zij aan langdurige drukking of hitte wordt blootgesteld. De werkman heeft eelt in de handen, en wie misbruik maakt van warme stoven, aan de binnenzijde der dijen. Een eigenaardige vorm van eelt is de likdoorn of eksteroog, bij drukking van het schoeisel aan den voet ontstaande; zulk een uitwas onderscheidt zich door een geringen omvang en door eene harde kern.

Zoodra de likdoorn eene zekere hoogte bereikt, veroorzaakt hij pijn bij elke drukking, en die pijn vermeerdert bij eene vochtige luchtgesteldheid doordien het weefsel der opperhuid zeer hygroscopisch is. Zoodoende kan de likdoorn een zeer lastige weêrprofeet wezen. — De likdoorn neemt niet toe in dikte, wanneer de oorzaken — drukking of warmte — ophouden.

< >