Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 06-08-2018

Edom

betekenis & definitie

Edom (Erez Edom, Sedeh Edon, Erez Seïr, Hor Seïr) is de naam van het zuidelijk gedeelte van het oost-Jordaansche hoogland, van de zuidpunt der Doode Zee tot aan de Aelanitische golf. Dat land, van talrijke rotskloven doorsneden, is ten noorden door een diep dal van het land der Moabieten gescheiden , daalt oostwaarts allengs af, naar de Syrische steppen, en grenst ten westen met de lange zandzee El Ghor aan de woestijn El Tygh. De meestbekende bergtop is de Hor. Tusschen de naakte, woeste rotsgevaarten liggen er vele vruchtbare dalen met weiden, bouwlanden en wijngaarden. — De oudste bewoners des lands waren de Horieten, die door de Edomieten, afstammelingen van Esau of Edom, werden verdrongen.

Reeds vroeg betoonden deze zich vijandig jegens de met hen vermaagschapte Israëlieten. Zij werden echter door Soul en David overwonnen, en Salomo rustte eene handelsvloot uit in eene Edomitische haven. Bij de scheuring des rijks verbleef Edom aan Juda; het werd onder Joram afvallig, maar door Amaeia en Josia weder tot onderwerping gebragt. Het herhaalde den opstand ten tijde van Achab, doch werd later overweldigd door de Chaldeeuwen. Na den ondergang van Juda veroverden de Edomieten een gedeelte van het zuiden van Palaestina met de stad Hebron, doch zij werden vervolgens door de Maccabeeuwsche vorsten verslagen.

Antipater, een listige Idumaeër, werd vervolgens, onder de Romeinsche heerschappij, procurator des lands, en zijn zoon Herodes de Groote onderwierp ook Edom aan zijn gezag. Het droeg na dien tijd den naam van Idumaea tot aan de verwoesting van Jerusalem. Daarna is het met Arabië vereenigd. Men vond er de steden Cela (later Petra), Bozra (thans Besseyra), Masrek en Theman, benevens de havens Elath en Eziongeber.

< >