Edgeworth (Maria), eene Engelsche schrijfster, werd geboren in Berkshire den 1sten Januarij 1767, volgde in 1782 haren vader naar Ierland en ontwikkelde haren uitstekenden aanleg onder de leiding van dezen en van 2 stiefmoeders. Spoedig behaalde zij reeds grooten roem door hare „Essays on practical education (1798)”, en met haren vader schreef zij eene „Essay on Irish bulls (1801)”, terwijl zij na zijn dood (1817) „Memoirs of Richard Lovell Edgeworth, begun by himself and concluded by his daughter (1820, 2 dln)” in het licht deed verschijnen. Haar roman „Castle Rackrent (1802)”, eene schets bevattende van het Iersche volksleven, baarde groot opzien. Hierop volgden: „Belinda (1803)”, — „Popular tales (1804, 3 dln)”, — en „Leonora (1806, 2 dln).” In 1809 verscheen de eerste serie van hare „Tales of fashionable life (3 dln)” en in 1812 de tweede (3 dln), en de hierin voorkomende verhalen „Ennui” en „The absentee” belmoren tot hare beste voortbrengselen.
In „Patronage (1814, 4 dln)” worden de gebreken en dwaasheden der aanzienlijken aan de kaak gesteld, en in „Harrington (1817)” de vooroordeelen tegen de Israëlieten bestreden, terwijl „Ormond” zich weder op Ierschen bodem beweegt. Ook hare verhalen voor de jeugd, vooral „Rosamond (1822)” en „Harriet and Lucy (1825)”, vonden grooten bijval. Haar laatste roman was „Helen (1834, 3 dln)”, die de voorgaande overtreft in gloed. In het algemeen onderscheiden zich hare werken meer door een gezond oordeel en een zuiveren stijl, dan door dichterlijke verhevenheid. Zij eindigde hare letterkundige loopbaan met het kinderwerkje „Orlandino”, dat in 1847 in Chamlers, „Library for joung people” geplaatst werd, en overleed op den 21sten Mei 1849. Hare gezamenlijke geschriften zijn — hoewel ook reeds in 1825— in 1857 in 10 dln uitgegeven.
