Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 06-08-2018

Duncanus

betekenis & definitie

Duncanus (Martinus) of Dunck, een ijverig bestrijder der Hervorming, werd geboren in het Keulsche stadje Kempen den 11den November 1505, studeerde te Nijmegen en te Leuven, ontving aldaar eene betrekking, alsmede de priesterwijding, legde zich met inspanning toe op de godgeleerdheid, en werd in 1541 pastoor en rector te Wormer, waar hij gedurende 17 jaar de talrijke doopsgezinden bestreed. In 1558 ging hij als pastoor naar Delft en waakte hier zorgvuldig tegen de uitgave van kettersche geschriften, waardoor hij zich zoo gehaat maakte, dat zelfs een aanslag op zijn leven werd beproefd.

Toen in 1572 zijn vriend Wilhelmus Lindanus tot bisschop van Roermond benoemd werd, volgde Duncanus hem op als deken van het paleis in den Haag en als lid van het Hof van Holland. Slechts 7 weken bekleedde hij die betrekking, daar de veldwinnende Hervorming hem noodzaakte, eerst naar Rotterdam en vervolgens naar Utrecht te vlugten, terwijl hij daarna beroepen werd tot pastoor in de Nieuwe Kerk te Amsterdam. Hier streed hij met Jacobus Buyck, pastoor van de Oude Kerk, voor het R. Katholieke geloof, maar gaf toch aan de regering den raad, om met den prins van Oranje in 1578 de bekende satisfactie te sluiten.

Hierover was Buyck zoo verstoord, dat hij tegen Duncanus de beschuldiging uitbragt, dat deze door zijne huishoudster en bijzit Margaretha tot zulk een wangedrag werd aangespoord. Wederom moest hij voor de Hervorming de wijk nemen. Hij begaf zich naar Amersfoort, waar hjj in 1579 gevangen genomen, doch onder borgtogt ontslagen werd. Hij overleed er in hoogen ouderdom in het Agnietenklooster op den 16den April 1590. Van zijne talrijke geschriften noemen wij: „Anabaptisticae haereseos confutatio et vere Christiani baptismatis assertio contra Mennonis Simonis Frisii anabaptisticas blasphemias (1540)”, — „Corte confutatie ende wederlegginghe van een fenynigh boek des Byenkorf der H. Roomsche Kercken (1578)”, — en „Catholyke Catechismus met wederlegginghe van den Heydelbergsche of ghereformeerde catechismus (1594)”.

< >