Dravik (Bromus L.) is de naam van een plantengeslacht uit de familie der Grassen (Gramineae); het onderscheidt zich door uit talrijke bloemen gevormde bloempakjes en door de kafnaald, waarmede één der kroonkafjes van elke afzonderlijke bloem gewapend is.
Elk pakje is 3-20-bloemig, en de buitenste kafblaadjes zijn korter dan de twee-rijig over elkander liggende bloempjes, de honigschubben eirond, gaaf en onbehaard, de stempels gevederd. De vrucht is gedekt en gesleufd, de pluim zamengesteld.
Van de inlandsche soorten, die een goed veevoeder opleveren, noemen wij rogge-dravik of drep (B. secalinus L.) met eene vruchtdragende pluim en langwerpig-eironde zamengedrukte bloempakjes, bogtige naalden, eenigzins behaarde bladeren en spitse kafblaadjes met een vliezigen rand, — zachte dravik (B. mollis L.), met eene regtstandige, zamengetrokkene pluim, regte naalden en zachtharige bladeren, — trosdragende dravik (B. racemosus L.), desgelijks met eene regtstandige pluim, doch met bijkans enkelvoudige pluimtakken, — grove-dravik (B. grossus L.) met eene aan den top knikkende, éénzijdige pluim, lancetvormig zamengedrukte bloempakjes, en witte, bogtige naalden, — akker-dravik (B. arvensis L.) desgelijks met eene knikkende pluim, maar met regte naalden, — schrale dravik (B. sterilis L.) met eene openstaande, aan den top knikkende pluim met zeer ruwe takken en zachtharige bladeren, — daken-dravik (B. tectorum L,) met eene pluim, die eerst regtstandig en zamengetrokken en aan den top knikkend en eenzijdig is.
De 5 overige soorten zijn verwisselende dravik (B. commutatus), — gerst-dravik (B. hordeaceus), — regte dravik (B. erectus, — ongewapende dravik (B. inermis), — en ruwe dravik (B. asper).
