Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 06-08-2018

Draadtouw

betekenis & definitie

Draadtouw, uitgevonden door den opperbergraad Albert te Klausthal, werd aanvankelijk alleen in de mijnen gebruikt, doch wegens zijne sterkte later ook elders tot velerlei oogmerken aangewend. Men vervaardigt het door eene schroefvormige verbinding van een aantal ijzerdraden ter dikte van 1/2 tot 2 Ned. streep, welke om eene zachte kern van hennep worden gewonden.

Van zulke dunne touwen maakt men dikkere, en hiervoor komen in de touwslagerijen daartoe bestemde werktuigen te pas. Het ijzerdraad moet bestaan uit het taaiste ijzer, bijvoorbeeld uit Zweedsch ijzer, opdat het de meest mogelijke buigzaamheid bezitte. Men beveiligt zulk touw tegen roest door het te bestrijken met een mengsel van teer en pek of teer en talk. Een der sterkste draadtouwen was de Atlantische telegraafkabel, die in 1865 brak en in 1866 door de Great-Eastern werd opgehaald. Het bestond uit 7 touwen, en elk van deze uit 7 met manilahennep omsponnene ijzerdraden van 2,4 Ned. streep middellijn. Draadtouw wordt vooral gebruikt om op rivieren vaartuigen aan sleepbooten vast te maken. Te voren waren hiertoe kettingen in zwang, doch deze zijn althans 4-maal zoo duur. Ook dient het draadtouw tot het vervaardigen van hangende bruggen.

< >