Dordogne (Duranius) is de naam van eene zij-rivier der Garonne in het zuidwesteljjk gedeelte van Frankrijk. Zij ontspringt in het Departement Puy de Dôme aan den voet van den Mont-Dore uit eene vereeniging van de Dore en de Dogne. Aanvankelijk vormt zij de grenzen tusschen de departementen Puy de Dôme en Cantal aan de ééne en Corrèze aan de andere zijde, kronkelt daarna westwaarts als bevaarbare rivier door de departementen Lot, benevens Dordogne et Gironde, en stort zich na een loop van 63 geogr. mijl beneden Bourg in de Garonne, die van dat punt af den naam van Gironde ontvangt. Zelve neemt zij regts de Vezère op met de Corrèze en de Isle met de Dronne, en links de Cère.
Zij schenkt voorts haren naam aan het departement Dordogne, hetwelk uit het landschap Périgord en gedeelten van Agénois, Limousin en Angoumois bestaat. De bodem is er grootendeels bedekt door kalk- en krijtrotsen en door zand, die slechts hier en daar afwisselen met vruchtbare dalen, terwijl de hoogvlakten met heide en brem begroeid zijn. Bij het dorp Miremont vindt men er een der grootste druipsteenholen van Europa, Cluseau genaamd. Het klimaat is er zeer onbestendig, doch over het geheel gematigd en gezond. Er zijn vele wijn- en ooftgaarden, — voorts kastanje wouden en graanvelden. Het telt op 167 O geogr. mijlen weinig meer dan een half millioen inwoners. De hoofdstad is Périgueux, en naar de stad Bergerac is eene zeer bekende wijnsoort genoemd.
