Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 06-08-2018

Dominica

betekenis & definitie

Dominica of Dominique is het hoogste eiland der kleine Antillen. Het behoort tot het Britsche gouvernement Antigua en tot de Leeward-eilanden, ligt tusschen Guadeloupe en Martinique, is ruim 13½ □ geogr. mijl groot, met vulkanische gebergten bedekt, alwaar dertig riviertjes ontspringen, en bezit geene eigenlijke havens, doch aan de westzijde zeer goede ankerplaatsen, vooral de Prins Ruperts-baai, waar tevens drinkwater en brandhout te bekomen zijn. De baai van Roseau heeft een zeer slechten ankergrond en is in den tijd der orkanen niet zonder gevaar. — Men vindt er bergen ter hoogte van 1800 Ned. el, van welke sommige met rook, andere met vuur, en één ongeveer in het midden van het eiland met een groot zoetwatermeer zijn gekroond, terwijl in de dalen de warme bronnen en de aard-olie vloeijen. Het klimaat is er vochtig en ongezond, maar de grond zeer vruchtbaar.

In de valleijen groeijen er allerlei keerkrings-gewassen, vooral koffij, suikerriet en cacao,— voorts indigo, katoen, bananen, bataten, groenten en ooft. De bergen zijn er meerendeels met bosschen van rozenhout en andere fraaije houtsoorten bedekt. Wild, gevogelte, wilde zwijnen en bijen zijn er in overvloed voorhanden, en ook aan visch is geen gebrek. Uit de talrijke solfatara’s wint men veel zwavel. De bevolking, die omstreeks 28000 zielen bedraagt (1870), bestaat er hoofdzakelijk uit voormalige slaven, die de Engelsche taal en beschaving hebben aangenomen. Onder de weinige Blanken bevinden zich eenige nakomelingen der aloude Spaansche volkplanters, doch de inboorlingen of Caraïben zijn geheel en al verdwenen.

De belangrijkste uitvoerartikelen zijn rum, cacao, koffij, katoen, kopererts, meubelhout en suiker. — Het eiland is den 3den November 1493 op een Zondag (Dominica (dies)) door Columbus ontdekt. Later wenschten Frankrijk en Engeland beide zich van zijn bezit te verzekeren, doch bij den Vrede van Fontainebleau (1762) is het aan Engeland toegewezen. Gedurende den Noord-Amerikaanschen vrijheidsoorlog werd het door de Franschen onder Bouillé (1778) veroverd, doch zij moesten het in 1783 weder afstaan. Nogmaals viel het in 1802 aan Frankrijk te beurt, doch Groot-Brittanje herkreeg het in 1814. De belangrijkste plaatsen zijn er de hoofdstad Roseau (Charlotteville), aan de zuidwestkust met eene versterkte haven en 6000 inwoners, en het stadje Portsmouth op den achtergrond der Prins Rupertsbaai gelegen.

< >