Dijon is de hoofdstad van het Fransche departement Côte d’Or, het voormalig hertogdom Bourgondië, en ligt in eene breede, vruchtbare vlakte aan het vereenigingspunt van de Ouche en Suzon, aan het Bourgondisch kanaal, dat het stroomgebied der Saône-Rhône met dat der Seine verbindt, en aan den spoorweg van Parijs naar Lyon en naar Genève. Zij telt ruime straten en 15 pleinen met vele aanzienlijke huizen, benevens omstreeks 40000 inwoners. Hare hoofdkerk is eene der schoonste kerken van Frankrijk en bevat eenige prachtige grafteekens; ook andere kerken zijn er bezienswaardig en met kunstschatten versierd, — tevens heeft men er uitmuntende instellingen van weldadigheid, eene citadel, en een oud residentieslot, door Karel de Stoute voltooid, thans zijne ruime zalen leenend aan een muséum voor natuurlijke historie en aan een archief.
Van ouds is deze stad de zetel van kunst en wetenschap; zij bezit eene universiteit met 3 faculteiten, een lyceum, eene school voor geneeskunde en voor pharmacie, een godgeleerd seminarium en eene kweekschool voor onderwijzers, — verder een aantal andere inrigtingen van onderwijs, eene boekerij met 52000 deelen en 900 handschriften, een botanischen tuin, en een observatorium. — Dijon was reeds bij de Romeinen bekend onder den naam van Dibio of Divio. Er zijn 2 kerkvergaderingen gehouden (1075 en 1199); zij was een leen der bischoppen van Langres, had daarna eigen graven, viel in 1107 ten deel aan de hertogen van Bourgondië, die haar tot residentie kozen, en kwam na den dood van Karel de Stoute in het bezit van Lodewijk XI, die er het Parlement van Bourgondië vergaderen deed.
In den Duitsch-Franschen oorlog was Dijon de bestemmingsplaats van het 14de armeecorps onder generaal Werder, dat na het bezwijken van Straatsburg oprukte naar het binnenland van Frankrijk. Den 30sten October 1870 had nabij de stad een hevig gevecht plaats tusschen eene divisie van het corps van Werder en de voorhoede van het leger van Lyon. Nadat de stad daags daarna eenige uren tegenstand geboden had, gaf zij zich over. Toen tegen het einde van December het Fransche leger onder Bourbaki naderde, werd Dijon door de Duitschers ontruimd, en in het begin van 1871 hadden in hare nabijheid gevechten plaats tusschen de Garibaldisten en afdeelingen van het Duitsche armeecorps.
