Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 06-08-2018

Dieringer

betekenis & definitie

Dieringer (Franz Xaver), een verdienstelijk godgeleerde, tot de R. Katholieke Kerk behoorende, werd geboren den 22sten Augustus 1811 te Rangendingen in het voormalig vorstendom Hohenzöllern-Hechingen, studeerde te Tübingen, werd in 1835 te Freiburg in Breisgau tot priester gewijd en ontving tevens aldaar eene aanstelling tot leeraar in de kanselwelsprekendheid en tot bibliothecaris.

In 1840 werd hij hoogleeraar in de dogmatiek aan het bisschoppelijk seminarium te Spiers en in 1843 te Bonn, waar men hem tevens tot academieprediker benoemde. Later werd hij geestelijk raadsheer van den aartsbisschop van Keulen en lid van het domkapittel. Hij schreef verhandelingen in het „Theologische Quartalschrift”, in de „Katholik", en in het door hem gestichte „Katholische Monatschrift für Wissenschaft und Kunst" — voorts „System der göttlichen Thaten der Christenthums (1845, 2 dln, 2de uitgave 1857)”, — „Lehrbuch der Katholischen Dogmatik (1847, 4de uitgave 1858)”, — en „Das Epistelbuch der Katholischen Kirche theologisch erklärt (1863, 3dln)”, — alsmede „Kanselvorträge an gebildete Katholiken (1844, 2 dln)”, — en „Der heilige Borromäus und die Kirchenverbesserung seinerzeit (1846)”.

< >