Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 06-08-2018

Devrient

betekenis & definitie

Devrient. Onder dezen naam vermelden wij:

Ludwig Devrient, een der uitstekendste Duitsche tooneelspelers onzer eeuw, geboren te Berlijn den 15den December 1784. Hij werd voor den koophandel opgeleid, doch spaarde geene moeite om zich daaraan te onttrekken. Door het spel van Ochsenheimer te Leipzig diep getroffen, verbond hij zich met het reizend tooneelgezelschap van den directeur Lange en betrad in 1802 het eerst te Gera het tooneel, onder den naam van Herzberg, als bode in de „Bruid van Messina”. Hij bezocht voorts met dien troep onderscheidene steden in Saksen, totdat hij te Dessau eene vaste aanstelling verkreeg. Hier oogstte hij grooten bijval, hoewel het overtollig gebruik van sterken drank en eene losbandige levenswijze toen reeds zijn gestel ondermijnden.

De toezegging van zijn vader, dat hij de schulden van zijn zoon betalen en hem vergiffenis schenken zou, indien hij in het ouderlijk huis terugkeerde, deed hem weifelen; doch op raad van den boekhandelaar Kunz te Bamberg hield hij zich aan het tooneel, huwde in 1807 met Margaretha Neefe, eene dochter van den componist en van den directeur der hofkapél te Dessau, die hem echter reeds na verloop van een jaar door den dood ontviel.

Door zijne schulden verdreven, begaf hij zich naar Breslau, waar hem bij voortduring groote toejuiching ten deel viel. Daar leerde hij Iffland kennen, en deze bezorgde hem eene aanstelling aan het tooneel te Berlijn. Hij betrad het in 1815 in de rol van Franz Moor en bleef van dat oogenblik af de lieveling van het publiek. Hij overleed den 30sten December 1832. Het veelvuldig nachtbraken met gelijkgestemde vrienden bij het misbruik van sterken drank had zijn ligchaam verwoest.

Toch bewonderde men hem niet alleen als kunstenaar, maar men had hem ook lief om zijn kinderlijk en welwillend gemoed. Als tooneelspeler gaf hij zich onverdeeld over aan zijne dichterlijke inspiratie, en hierdoor vermogt hij meer, dan anderen door overpeinzing en studie. Er was iets daemonisch in zijn geest en in zijn geheele voorkomen; hij wist waarheid te geven aan den schijn en de toeschouwers mede te slepen. Vele rollen zijn door hem — door zijne oorspronkelijke en geniale opvatting— geschapen, doch zijne navolgers konden zich niet tot zijne hoogte verheffen.

Hij schitterde zoowel in de belagchelijke als in de hoogst tragische rollen, en ook de gemoedelijk-humoristische karakters wist hij op eene uitstekende wijze voor te stellen. Vooral echter slaagde hij in de karakters der hoofdpersonen uit de drama’s van Shakspere.

Karl August Devrient, desgelijks een uitstekend Duitsch tooneelspeler en een neef van den voorgaande. Hij werd geboren te Berlijn den 5den April 1798, en nadat hij deelgenomen had aan den veldtogt van 1815, debuteerde hij in 1819 in Bronswijk. In 1822 verbond hij zich aan het tooneel te Dresden, en een jaar later huwde hij er met de beroemde zangeres Wilhelmine Schröder, van wie hij in 1828 scheidde. In 1839 begaf hij zich naar den hofschouwburg te Hannover en vervulde er veelal heldenrollen. Den 17den September 1869 vierde hij er het gouden feest zijner tooneelspelers loopbaan, en overleed te Lauterberg in den Harz op den 3denn Augustus 1872.

— Zijn oudste zoon Friedrich Devrient betrad in 1845 te Detmold het tooneel en verbond zich in 1848 aan een schouwburg te Weenen. In 1852 zwierf hij rond en vertoefde op verschillende plaatsen en in 1861 vestigde hij zich te Wiesbaden. Vervolgens verbond hij zich aan den Duitschen schouwburg te Petersburg den 19den November 1871.

Philipp Eduard Devrient, een jongeren broeder van Karl August, geboren den llden Augustus 1801, onderscheidde zich niet alleen als tooneelspeler, maar ook als dramatisch schrijver. In 1819 werd hij reeds geplaatst aan den hofschouwburg te Berlijn, en in 1844 ging hij als directeur naar dien te Dresden. Weldra echter legde hij deze betrekking neder en bepaalde zich tot het schrijven van tooneelstukken, zooals: „Das graue Männchen”, — „Die Gunst des Augenblicks”, — „Die Verirrungen”, — „Der Fabrikant”, — en „Treue Liebe”.

Van zijne operateksten is voorzeker die van „Hans Heiling” met muziek van Marchner de beste. Van zijne geschriften, die op het tooneel betrekking hebben, noemen wij: „Kriele aus Paris (1840)”, — lieber die Gründung einer Theaterschule (1840)”, — en „Das Nationaltheater des neuen Deutschlands (1848)”. Omtrent de geschiedenis van het tooneel gaf hij in het licht „Das Passionsspiel in Oberammergau (1851)” en zijn hoofdwerk „Geschichte der Deutschen Schauspielkunst (1842—1861, 4 dln)”. Ook bestaat er eene gezamenlijke uitgave van zijne geschriften in 8 deelen. In 1852 heeft hij zich belast met de directie van den hofschouwburg te Karlsruhe. — Zijn jongste zoon Otto Devrient betrad aldaar het tooneel, vertoefde later te Stuttgart, Berlijn en Leipzig, en keerde in 1863 naar Karlsruhe terug.

Gustav Emil Devrient, den 3den en jongsten der broeders. Deze, desgelijks een uitmuntend tooneelspeler, werd geboren den 4den September 1803, begon zijne loopbaan als tooneelspeler te Brunswijk, ging vervolgens naar Bremen, en in 1823 naar Leipzig, waar hij zich in 1825 in den echt verbond met de begaafde tooneelkunstenares Dorothea Böhler. Later speelde hij te Maagdenburg en te Hamburg, verbond zich in 1831 aan den hofschouwburg te Dresden, doch in 1842 scheidde hij van zijne echtgenoote, en verliet na het geven van afscheidsvoorstellingen te Gotha, Weimar, Leipzig en Dresden het tooneel, waar hij teregt groote toejuiching verwierf door zijn edel spel. De hertog van Coburg-Gotha benoemde hem tot geheim hofraad, en hij overleed te Dresden in den nacht van den 6den op den 7den Augustus 1872.

< >