Denarius is de naam van eene zilveren munt bij de Oude Romeinen. Hij werd ingevoerd in 269 vóór Chr. en had de waarde van 10 assen (ongeveer 37½ cent van onze munt). Toen door de „Lex Papiria” de waarde van het as verminderd werd, gingen er 16 op een denarius, doch Augustus herstelde het as in zijne voormalige waarde. Er werden ook gouden denarii geslagen ter waarde van 10 zilveren; deze bleven tot in de middeleeuwen in omloop.
Van de Romeinen ging de denarius over tot de meer noordelijke volken. Althans in Frankrijk en Duitschland vindt men er onder de vorsten van het Carolingische huis; hij vormde toen het 12de gedeelte van een solidus. Later sloeg men in Frankrijk den koperen denier voor pasmunt, en in de staten van Opper-Italië den denaro. — Ook is denarius de naam van een gewigt. In het oude Rome was hij tijdens de Republiek 1 / 84ste en onder Nero 1 / 96ste van een Romeinsch pond. In Frankrijk verdeelde men het oude pond in 384 deniers, en in Italië bevat het 288 denari of danari.
