Dalagoa-baai of Delagoa-baai of de Baai van Lagoa (moerasland) is eene der belangrijkste baaijen aan de oostkust van Zuid-Afrika op 26° Z. B. in den Indischen Oceaan, waar zij het kustgewest der Zoeloe-Kaffers van Sofala scheidt. In de Baai, die zeer ondiep en wegens talrijke zandbanken voor de scheepvaart gevaarlijk is, storten onderscheidene rivieren zich uit, zooals de Rio de Espiritu-Santo, de Laurenzo, de Marqués enz., en tot de vóór de Baai gelegene eilanden behooren Santa Maria en de Olifants-eilanden. Het kustland vormt er het ongezonde Portugésche district Laurenzo-Marqués met een evenzoo genoemd presidio op 25° 28' 12".
Het bestaat uit een gehucht met een klein fort, hetwelk echter de bevolking tegen de aanvallen van naburige woeste stammen niet beveiligen kan. In 16 of 18 huizen wonen er ongeveer 80 Christenen en 256 slaven, terwijl het garnizoen, 78 man sterk, uit gedeporteerden en Negers bestaat. In 1842 werd er de gouverneur vermoord en het fort verwoest, en het berigt daarvan bereikte over Brazilië eerst na verloop van een jaar Mozambique.
