Czenstochau of Czenstochówa, een klooster der orde van den heiligen Paulus Eremita, in het Poolsche gouvernement Warschau aan de Warthe op den heuvel Jasnogóra gelegen, is eene beroemde bedevaartplaats der Poolsche R. Katholieken. Men vindt er namelijk in de rijke kloosterkerk het donkerbruine Mariabeeld, hetwelk volgens de sage door Lucas zelven geschilderd werd, zich eerst in het bezit bevond van de heilige Helena, daarna van den Russischen prins Laon, en eindelijk van WladisIaus, hertog van Oppele, die het klooster stichtte en aldaar dit beeld plaatste. Hooger klom de roem van het beeld, toen het door de Hussieten geroofd en op eene wonderdadige wijze teruggebragt werd.
In 1620 omringde men het klooster met een hoogen muur en versterkte het met geschut , en nog hooger steeg de achting voor dat beeld, toen in 1665 het leger van koning Karel Gustaaf van Zweden, na geheel Polen te hebben onderworpen, aldaar het hoofd stiet, en 70 monniken met 150 krijgslieden vruchteloos belegerd werden door 10000 Zweden en een groot aantal Polen. Keizer Alexander heeft er echter in 1813 de vestingwerken doen sloopen. Aan den voet van den heuvel liggen Oud- en Nieuw-Czenstochau met 9000 inwoners, die zich vooral bezig houden met een handel in heiligenbeelden en amuletten.