Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 06-07-2018

Cybelé

betekenis & definitie

Cybelé, in het Grieksch Kybelé, eigenlijk eene Phrygische godin, was de vertegenwoordigster van het welige leven der natuur, vooral op de bergen en in de wouden, en zij werd in de meeste gewesten van Klein-Azië met woeste geestvervoering en losbandige feestgelagen gehuldigd. De geleiders der Godin waren de Corybanten, Curéten en Dactylen, en haar gunsteling was Attis, wiens ontmanning en dood zinnebeelden zijn van het wegkwijnen der natuur in den winter. Uit de Grieksche koloniën in Klein-Azië werd de Cybelé-dienst overgebragt naar Griekenland, waar men haar met Rhea vereenzelvigde en zij de naam van de „Moeder van het Idagebergte” of van Dindymene ontving.

Te Athene stichtte men ter harer eere een tempel, Metroön of Moederhuis genaamd, en Phidias leverde daarin haar standbeeld. Haar priesters, die zich ook met de goochelkunst bezig hielden en den naam droegen van „metragyrten”, waren intusschen niet zeer gezien. De dichter Pindarus bragt de dienst van Cybelé te Theben en wijdde haar aldaar een tempel, en te Rome begon men haar te vereeren na den tweeden Punischen oorlog (205 vóór Chr.). Hier verordende men te harer eere afzonderlijke feesten, Megalesia genaamd, doch het was den Romein verboden, aan de Phrygische slemppartijen deel te nemen, — een verbod, hetwelk in het tijdperk der Keizers opgeheven werd. — Cybelé wordt voorgesteld als eene deftige, rijkgekleedde vrouw, versierd met eene hooge muurkroon, in de eene hand eene handpauk (tympanon), in de andere korenaren of een schepter houdend, en gezeten op een door leeuwen omringden troon of op een met leeuwen bespannen wagen.

Cybelé is ook de naam der 65ste planetoïde. Zie onder Asteroïden.

< >