Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 06-07-2018

Corvin-Wiersbitzki

betekenis & definitie

Corvin-Wiersbitzki (Otto Julius Bernhard von), een Duitsch schrijver en afstammeling van een grafelijk Hongaarsch geslacht, werd geboren te Gumbinnen den 12den October 1810, bezocht de militaire scholen te Potsdam en Berlijn, diende van 1830—1835 als luitenant en nam toen zijn ontslag, waarna hij zich te Frankfort vestigde en er in 1839 het burgerregt verkreeg. In 1840 begaf hij zich naar Leipzig, stichtte er in 1842 eene zwemschool en hield zich tevens bezig met letterkundigen arbeid. Gedurende de Februarij-omwenteling van 1848 kwam hij te Parijs in kennis met Herwegh, nam met dezen deel aan den opstand in Baden en streed als hoofdofficier den 27sten April bij Dossenbach. Na een kort vertoef in Frankrijk vertrok hij voorts naar Berlijn, waar hij met Held de redactie van de „Locomotive” op zich nam, doch reeds in Mei 1849 verbannen werd.

Nu ging hij naar Baden en aanvaardde de betrekking van overste van den landstorm te Mannheim. Daarna trok hij als chef van den generalen staf van het Badensche leger naar Eastadt. Na de overgave dezer stad werd hij ter dood veroordeeld, doch dit vonnis in 10-jarige kerkerstraf veranderd. Toen hem in 1855 de overige strafjaren werden kwijtgescholden, begaf hij zich over Amsterdam naar Londen, woonde eenigen tijd te Hamburg, en keerde toen weder naar Londen terug, waar hij zich met letterkundigen arbeid bezig hield. Den 4den September 1861 reisde hij als correspondent van de „Augsburger Allgemeine Zeitung” naar Noord-Amerika, en zijne berigten van het oorlogstooneel werden in dat blad opgenomen. Ook in 1870 gedurende den oorlog tusschen Pruissen en Frankrijk bevond hij zich als verslaggever op het oorlogsveld. Van zijne geschriften noemen wij: het treurspel „Die Hunnyaden (1836)”, — „Abrisz der Geschichte der Niederlande bis auf Philipp II (1841)”, — „Der Niederländische Freiheitskrieg (1847—1849, 6 dln)”, — „Illustrirte Weltgeschichte (met Held, 1844— 1851)”, — „Historische Denkmale des christlichen Fanatismus (1845, 2 dln)”, — en „Aus dem Leben eines Völkskämpfers (1861, 4 dln)”.

< >