Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 06-07-2018

Corfu

betekenis & definitie

Corfu of Corfoe, bij de Ouden onder den naam van Corcyra of Kerkyra bekend, het noordelijkste en aanzienlijkste der Ionische eilanden, ligt bij het Kanaal van Otranto aan de kust van Albanië en is van deze gescheiden door het Kanaal van Corfu. Het is omstreeks 9 geogr. mijl lang en 4 breed, en bezit eene oppervlakte van 12,93 geogr. mijl. Het is 20 geogr. mijl van de zuidoostkust van Italië en 1 geogr. mijl van de kust van Turkije (Albanië, ejaleet Janina) verwijderd. De bodem is er over het geheel bergachtig, daar er 2 meridiaan-ketens met toppen van 700 tot 1150 Ned. el overheen loopen.

In de rotsachtige kust vindt men een aantal baaijen; voorts zijn de rotsen er meestal naakt en dor, en alleen in de mildbesproeide dalen vindt men er eenige vruchtbaarheid. Het noordelijk gedeelte van het eiland is meer vlak en zeer vruchtbaar, hoewel men er ook heidevelden en luchtverpestende moerassen aantreft. De voornaamste voortbrengselen zijn er olijven, oranje-appels, citroenen, vijgen, St. Jansbrood, vlas, zijde, honig en wat maïs, maar dit laatste geenszins in toereikende hoeveelheid. Men heeft er vele geiten, maar geen rundvee, en tot de delfstoffen behooren er zwavel, zout en gips. Het aantal inwoners bedraagt er ongeveer 70000. De inwoners spreken er Nieuw-Grieksch, en de aanzienlijken Italiaansch. De kleeding der landlieden bestaat er uit een ruimen mantel, een wollen vest, een katoenen broek en sandalen van ongelooid leder. De vreemde volkplanters, zooals Albanézen enz., hebben er hun nationaal gewaad behouden. De vermogenden prijken er met een fluweelen vest met eene dubbele rij gouden of zilveren knoopen en met een breed gouden snoer, voorts met eene korten broek en schoenen met gespen, en de vrouwen versieren er zich met rood-fluweelen jakken, die desgelijks met gouden snoeren zijn getooid. Landbouw en nijverheid bevinden er zich op een zeer lagen trap; niettemin heerscht er meer welvaart dan op de overige Ionische eilanden, daar het wegens zijne ligging veel bezoek van reizigers ontvangt. Het omvat, behalve de evenzoo genoemde hoofdstad, de stad Korachiana, het vlek Strongili en een 100-tal dorpen. Het wordt reeds door Homerus vermeld als het rijk van koning Alcinoüs, doch men vindt er geene overblijfselen der Oudheid.

De evenzoo genoemde hoofdstad ligt aan het Kanaal, hetwelk het eiland van Albanië scheidt, en was te voren sterk bevestigd, doch zij is volgens de overeenkomst, waarbij het eiland in 1864 aan Griekenland werd afgestaan, met uitzondering der Citadèl, van hare vestingwerken beroofd. Zij verheft zich aan den voet van een half-cirkelvormig voorgebergte, dat door eene gracht ter breedte van 80 Ned. el van het eiland gescheiden is. De haven is er 15 Ned. el diep en zeer veilig, doch de stad heeft weinig merkwaardigs. De huizen, in Venetiaanschen trant gebouwd, zijn er veelal van bogen voorzien, die een overdekten gang vormen, en aan de oostzijde der stad, in de nabijheid van een fraai park, verheft zich het prachtig paleis van den voormaligen Britschen lord-oppercommissaris. Men heeft er een G. K. en R. K. bisschop, benevens eene universiteit, die in 1819 door lord Guilford gesticht en in 1824 geopend werd; voorts eene boekerij met 30000 deelen, een lyceum, eenige genootschappen , een groot aantal — meerendeels Grieksche — kerken, en 25000 inwoners, vooral nakomelingen van Venetianen en Engelschen. De handel is er zeer levendig, doch grootendeels in de handen der Israëlieten, welke eene afzonderlijke wijk bewonen, die des nachts afgesloten wordt. Een paar belangrijke vlekken, wier inwoners zeer in karakter verschillen, vormen er de voorsteden.

Het eiland Corfu heette aanvankelijk Drepane, daarna Phaeakia en eindelijk Corcyra. Bij de scheuring van het Romeinsche rijk werd het aan het oostelijk gedeelte toegevoegd, en in de llde eeuw tot 2-maal toe door de Noormannen veroverd. De eilanders wisten echter het Noordsche juk af te werpen, en bij de verdeeling van het Byzantijnsche rijk werd het eiland aan Venetië toegekend. Nadat het vervolgens onder de bescherming van Napels had gestaan, kwam het in 1385 weder aan de Venetiaansche Republiek, en deze kocht het in 1401 van Napels. Toen werd het, als een bolwerk tegen de Turken, zeer versterkt. Deze deden er in 1536 eene landing met 50000 man, trokken er verwoestend rond en belegerden de Citadèl, doch moesten na verloop van 8 dagen het beleg opbreken. In 1716 beproefden zij nogmaals eene landing, doch werden door den dapperen graaf Schulenburg, wiens standbeeld zich in de stad Corfu verheft, met kracht teruggewezen. Sedert 1797 deelt het eiland in het lot der Ionische eilanden (zie aldaar).

< >