Cölln. Onder dezen naam vermelden wij:
Georg Friedrich Wilibald Ferdinand von Cölln, een Duitsch schrijver. Hij was geboren in 1766 te Oerlinghausen, bekleedde verschillende staats-ambten en werd in 1805 assessor der rekenkamer te Berlijn. Zijne onbeschroomde waarheidsliefde bragt hem in de vesting Glatz, doch toen hij verlof ontving om de baden te gebruiken, nam hij de vlugt naar Oostenrijk. Weldra echter werd zijn procés terzijde geschoven en hijzelf geplaatst op het bureau van prins Hardenberg. Hij overleed den 20sten Januarij 1820. Hij schreef doorgaans zonder bijvoeging van zijn naam. Tot zijne werken behooren: „Vertraute Briefe über die innern Verhältnisse am preussischen Hofe seit dem Tode Friedrichs II (1807—1809, 3 dln), — „Neue Feuerbrände (1807—1808, 6 dln)”, — „Wien und Berlin in Parallele (1808,5 dln)”, enz.
Daniël Georg Conrad von Cölln, een neef van den voorgaande. Hij werd geboren te Oerlinghausen den 21sten December 1788, studeerde te Marburg, Tübingen en Göttingen, vestigde zich te Marburg, werd in 1818 hoogleeraar in de theologie te Breslau, en overleed aldaar den 17den Februarij 1833. Hij bewerkte een „Lehrbuch der christlichen Dogmengeschichte”, — eene „Biblische Theologie”, — en een aantal kleinere geschriften.