Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 04-07-2018

Collatie

betekenis & definitie

Collatie is eigenlijk tezamen- of bijeenbrenging (zie Inbreng). In het kerkelijk regt is collatie of het regt van collatie, jus patronatus, het regt om eene plaats aan een geestelijke te begeven. Het regt om eene kerkelijke standplaats te vergeven werd reeds in de jaren 541 en 555 door keizer Justinianus, en in 635 door het Concilie te Toledo aan wereldlijke personen toegekend ter vergelding voor het stichten of het doen van geschenken aan kerken. De oorsprong van dit regt schijnt men in het algemeen daarin te moeten zoeken, dat de wereldlijke personen als voorwaarde bij het bouwen of begiftigen van kerken gesteld hebben, dat zij en hunne opvolgers bij het kiezen van een geestelijke stem zouden kunnen uitbrengen.

Zoodoende werd het verbonden als een heerlijk regt aan zekere heerdten, heerlijkheden; hoewel het in den loop der tijden ook daarvan wel werd afgescheiden, en in handen kwam van andere personen, dan de bewoners der heerlijkheid, waartoe het oorspronkelijk behoorde. De wereldlijke magt, die oorspronkelijk de aanstelling van geestelijken bezat, begunstigde hooggeplaatste personen met het jus patronatus. Onder den stadhouder Willem IV werd het collatieregt en zijne uitoefening nader geregeld, en onder anderen bepaald, dat er een stamboek dier regten zou aangelegd worden, waarin ieder regt moest worden geregistreerd, en geen ander als bevoegd tot het uitoefenen van dat regt werd erkend, dan hij, die daarin behoorlijk zijn titel had doen inschrijven. Bij de grondwet van 1798 werd het collatieregt in ons Land , tegelijk met de andere heerlijke regten, afgeschaft, doch bij besluit van den Souvereinen vorst Willem I wederom hersteld. Hij, die het regt van collatie bezit en uitoefent, heet collator. Doet hij zulks geheel alleen, dan noemt men hem unicus collator. Bij eene primaire collatie is het regt onder meerdere personen verdeeld, doch moet door hen allen gelijktijdig met onderling overleg worden uitgeoefend. De primarius collator is hij, die door zijne meerderheid van stemmen de grootste magt bij het doen der benoeming in handen heeft.

Verscheidene collatieregten zijn door de colIators, vooral door den Staat, provinciën en gemeenten, ten geschenke gegeven aan de gemeenten der Nederlandsch Hervormde Kerk, of door deze afgekocht, zoodat de gemeenten zelve door middel van hare vertegenwoordigers op den duur de beroeping van hare geestelijken in de magt hebben.

< >