Cogalnitschanu (Michaël), een Roemeensch staatsman en geschiedschrijver, geboren in 1806, werd hoogleeraar in de geschiedenis te Jassy, en begaf zich in 1834 naar Duitschland, waar hij zich vooral te Berlijn bekend maakte met de Duitsche wetenschap en beschaving. Hij schreef er zijne „Histoire de la Valachie et de la Moldavië (1837)”. In zijn vaderland teruggekeerd stichtte hij er met Alexandri en Negruzzi in 1840 de „Dacia litteraria”, een letterkundig tijdschrift, en werkte er aan de ontwikkeling van het nationale tooneel. Hij gaf voorts geschiedkundige documenten en kronieken in het licht, terwijl hij in de krijgsdienst tot den rang van majoor bevorderd werd.
Hij verwierf echter eerst staatkundigen invloed, toen Cusa tot vorst van Walachye en Moldavië gekozen was. Toen stond hij meermalen aan het hoofd der zaken en stichtte als minister van Eeredienst de universiteit te Jassy. Als voorzitter van den ministerraad volbragt hij den staatsstreek van 14 Mei 1844, gaf eene gemeentewet en verbeterde de regtspleging. Hierdoor ontstonden geldelijke ongelegenheden, die hem noodzaakten, om de portefeuille neder te leggen, en niet lang daarna (22 Februarij 1866) volgde de val van vorst Cusa. De meerderheid der Constituérende Vergadering, die vorst Karel van Hohenzollern op den troon plaatste, was zeer op hem verbitterd. Weldra echter was hij weder lid der Kamer, en van November 1868 tot 24 Januarij 1870 minister van Binnenlandsche Zaken.