Cither is de naam van een met snaren bespannen muziek-instrument, welks uitvinding door de Grieksche fabelleer aan Amphion wordt toegeschreven. De kithara der Grieken telde vermoedelijk 5 snaren en werd met een ivoren stift (plectrum) bespeeld. De spelers noemde men kitharisten en de zoodanigen, die er bij zongen, kithariden. De cither van lateren tijd bestaat uit eene holle kast met een rond klankgat, waarboven zich 6 snaren bevinden, die beneden genoemd gat zijn vastgemaakt en van daar naar de schroeven van den langen hals voortloopen.
De G snaren zijn gewoonlijk voor de toonen g, d, h, g, d en e gestemd. In den jongsten tijd is dit instrument meer en meer door de guitarre verdrongen. — Dergelijke instrumenten als de cither zijn de balalaika of Russische cither met 2 snaren, die in het Oosten veel gebruikt wordt, — de strijk-cither, in Opper-Oostenrijk, Tyrol en Stiermarken in zwang; zij wordt op de tafel gelegd en met een strijkstok bespeeld, zoodat zij veel overeenkomst heeft met de Noordske balke der oude Friezen, — en de slag-cither, welke vierkant is en met de vingers bespeeld wordt. Men kan de guitarre (zie onder dit woord) als eene dochter van de cither beschouwden.
