Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 04-07-2018

Cimon

betekenis & definitie

Cimon. Onder dezen naam vermelden wij:

Cimon, den vader van Miltiades. Hij werd ten tijde van Pisistratus uit Athene verbannen, en na zijn terugkeer door de zonen van dien tyran vermoord, omdat zij naijverig waren op zijne overwinning in de Olympische spelen.

Cimon, een kleinzoon van den voorgaande, een zoon van Miltiades, een der uitstekendste Atheensche veldheeren en der braafste burgers van zijn tijd. Hij zag de dagen zijner jeugd op eene treurige wijze voorbijgaan, daar wegens eene schuld van 50 talenten, die zijn vader niet kon betalen, de atimie of eerloos-verklaring ook op hem bleef rusten, en hij er zelfs in de gevangenis voor moest boeten, totdat het huwelijk zijner zuster Elpinice met den rijken Callias hem daaruit bevrijdde.

In den oorlog met Xerxes gelukte het hem, door moed en beleid de gunst des volks en de achting van Aristides te verwerven. Beide werden vervolgens belast met het oppergezag over de Atheensche vloot en maakten zich verdienstelijk door de bondgenooten, die wrevelig waren op de Lacedemoniërs, aan hunne zijde te brengen en alzoo aan Athene de hegemonie te bezorgen.

Terwijl Aristides de zaken van het bondgenootschap regelde, bevond zich Cimon aan het hoofd der zeemagt. Hij veroverde de vesting Cimon, zuiverde de Thracische kust van de Perzen, tuchtigde de zeeroovers van het eiland Scyrus, en keerde met het gebeente van Theseus naar Athene terug, alwaar nu ter zijner eer 3 zuilen in den tempel van Hermes (Mercurius) werden opgerigt. Men vermeldt, dat omstreeks dien tijd Sóphocles met zijn eerste treurspel door de uitspraak van Cimon en zijne onderbevelhebbers, die tot beoordeelaars waren gekozen, de overwinning behaalde op Aeschylus.

De pogingen van Cimon, om den strijdlust der Atheners op te wekken tegen de Perzen in plaats van tegen de Spartanen, leidde in 469 tot de belangrijke expeditie naar Carië, Lycië, en Pamphylië en tot de beroemde dubbele zegepraal aan den mond van de Eurymedon, waarna Cimon nog eene Perzische vloot van 80 schepen, die ter hulp snelde, bij den eersten aanval vernietigde. In 468 verdreef hij de Thraciërs en Perzen uit den Chersonésus, om aan zijne geboortestad gelegenheid te geven tot het stichten van volkplantingen.

De Thasiërs, die, even als andere bondgenooten, in verzet kwamen tegen de onbeperkte aanmatiging van Athene, overwon hij wel is waar in 465 vóór Chr. in een zeeslag, doch eerst na eene 3-jarige belegering was hij in staat, hen te dwingen, om hunne vestingwerken te sloopen, hunne schepen over te leveren, cijns te betalen en van hunne bezittingen op het nabijgelegen vaste land afstand te doen. Wel werd hij na zijn terugkeer aangeklaagd van het feit, dat hij, omgekocht door Alexander, koning van Macedonië, zijne verovering op het vaste land niet verder had voortgezet, doch zijne populariteit beschermde hem.

Erger was de slag, door Péricles aan de aristocratische partij van Cimon toegebragt, toen hij door Ephialles aan den Areópagus zijn staat- en zedekundigen invloed ontnam en alzoo den laatsten wettelijken steun der aristocratie vernietigde. De pogingen van Cimon om den maatregel van Péricles ijdel te maken, deden hem de gunst des volks verliezen. Vandaar dat men hem voor een tijd van 10 jaar in ballingschap verwees, toen de Lacedemoniërs een Atheensch leger afwezen, hun door Cimon gedurende een Heloten-oproer ter hulp gezonden (460 vóór Chr.).

Het is niet bekend, werwaarts Cimon zich toen begaf; hij vertoonde zich weder vóór den slag van Tanagra (457), om in de gelederen der Atheners te strijden, doch daar men hem wantrouwde, verliet hij het leger, terwijl zijne vrienden, door hem tot dapperheid opgewekt, door daden bewezen, dat zij hun leven veil hadden voor het vaderland. Dit laatste, in verband met den rampspoedigen afloop van den slag, bragt eene verandering in de gemoederen, die gunstig was voor Cimon. Men beschouwde hem als een geschikt persoon, om te onderhandelen, en daar Péricles zijne partij, die grootendeels gesneuveld was, niet meer vreesde, deed hij met gehuichelde edelmoedigheid het voorstel, om hem terug te roepen.

Nu kwam Cimon weder te Athene (456), maar eerst in 450 werd voor den tijd van 5 jaar een wapenstilstand gesloten. Nu stelde Cimon zich ten doel, om de rust in Griekenland te herstellen, ten einde de vereenigde Grieksche krijgsmagt tegen de Perzen te kunnen gebruiken: hij mogt het eerst bereiken, toen de Perzen de Grieksche steden in Klein-Azië bedreigden en Cyprus veroverd hadden. Volgens Thucydides stevende Cimon met 200 schepen naar Cyprus en sloeg er het beleg voor Citium, terwijl hij kort daarna overleed (449) en de vloot op de hoogte van Salamis eene glansrijke overwinning behaalde.

Volgens Plutarchus nam Cimon nog deel aan deze zegepraal en stierf daarna vóór Citium, volgens eenigen aan eene ziekte, volgens anderen aan eene wonde, nadat hij op zijn sterfbed bevolen had, zijn dood verborgen te houden en met de vloot huiswaarts te keeren,— ’t geen ook door Nepos wordt verhaald. Volgens het uitvoerig berigt van Diodórus won Cimon in 450 weder een zeeslag bij Cyprus en een veldslag in Cilicië, veroverde in 449 nog onderscheidene Cyprische steden en was juist voornemens, zich meester te maken van het wél-verdedigde Salamis, toen koning Artaxerxes, om zulks te verhoeden, gezanten naar Athene afvaardigde, die onder alle voorwaarden vrede moesten sluiten, terwijl daarna de Atheners uit Cyprus, waar Cimon inmiddels overleden was, naar het vaderland terugkeerden.

Hier werd de vlootvoogd en veldheer ter aarde besteld en zijn graf met een gedenkteeken versierd, hetwelk in de dagen van Plutarchus nog aanwezig was. Athene had in hem een voortreffelijken burger verloren, een man, die in al zijne daden door zuivere liefde tot het vaderland en nooit door zelfzucht gedreven werd. Na zijn dood kreeg de volkspartij de overhand, en de Staat snelde zijn ondergang te gemoet. Zie onder Athene.