Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 04-07-2018

Chiloë

betekenis & definitie

Chiloë — eigenlijk Chili-Hue of Einde van Chili — is de naam van eene eilandengroep, welke tot Chili behoort en aan de zuidkust van deze Republiek bij de Golf van Ancud (Concovado-baai) gelegen is. Zij bestaat uit 25 bewoonde eilanden van verschillende grootte en uit 300 onbewoonde eilanden en klippen, en vormt met het gebergte van het naburige vaste land eene provincie der Chileensche Republiek, die op ongeveer 426 geogr.mijlen bijna 60000 inwoners telt (1867).

De eilanden liggen meestal digt bij elkaar, zoodat de scheepvaart er zeer gevaarlijk is; vermoedelijk zijn zij door geweldige opstuwingen ontstaan, en waar de grond vruchtbaar genoeg is, vindt men dien met schier ondoordringbare wouden bedekt. Het klimaat is er vooral des winters vochtig en onaangenaam. Tot de voornaamste voortbrengselen behooren er gerst, vlas, peulvruchten, boomen, kool en ooft. Voorts is er veel cederhout, waarin een belangrijke handel wordt gedreven.

Tot de tamme dieren behooren er vooral zwijnen en schapen, — tot de wilde reeën, vossen, bevers, walvisschen, robben, watervogels en visschen. De bewoners zijn gedeeltelijk vreedzame Araucanen, die het Christendom hebben omhelsd, gedeeltelijk Blanken of Kleurlingen van Spaansche afkomst. Nijverheid en handel staan er nog op lagen trap. Het voornaamste eiland, Chiloë of Isla Grande genaamd, heeft eene oppervlakte van 244 geogr. mijlen met ruim 32000 inwoners en is alleen aan de kusten bekend. Het wordt beschreven als meer heuvelachtig dan bergachtig, mild besproeid, zeer vruchtbaar, doch bijkans geheel met bosch bedekt, waarin vele fraaije altijd-groene boomen en tropische planten groeijen.

De havenplaatsen zijn er de hoofdstad Ancud (San Carlos) aan de noordkust en Castro aan de oostkust. Beide zijn in 1566 door Ruiz Gamboa gesticht. Op het vasteland der provincie vindt men Astilléro. Alle steden, dorpen en koloniën zijn er van verdedigingswerken voorzien, om de bewoners tegen de aanvallen der Indianen te beveiligen.

Chiloë werd den 21sten Januarij 1559 door Garcia de Mendoza ontdekt, doch eerst 7 jaar later door Ruiz de Gamboa in bezit genomen. Als behoorende tot Chili (zie onder dezen naam) werd het eerst van wege Spanje bestuurd en verbleef vervolgens aan de Chileensche Republiek. In den laatsten tijd zijn vooral uit Duitschland vele landverhuizers derwaarts getrokken.

< >