Chillon is een merkwaardig slot in het Zwitsersche kanton Waadt tusschen Villeneuve en Montreux aan het oostelijk uiteinde van het Meer van Genève. Het is gebouwd op eene rots in het meer, door eene ophaalbrug met den naburigen oever verbonden, en bestaat uit eenige onregelmatige gebouwen, in wier midden een vierkante toren met witte muren zich verheft. De onderaardsche gewelven zijn in de rots uitgehouwen.
Men meent, dat het door graaf Amadéus IV (1328) is gesticht. In Maart 1536 werd het veroverd door de mannen van Bern, die er aanzienlijke schatten buit maakten. Tevens vonden zij er in den kerker François Bonnivard, prior van St. Victor te Genève, den kloekmoedigen verdediger van Genève’s onafhankelijkheid, die er op bevel van Philibert van Savoye reeds 6 jaar in boeijen had gesmacht. In zijn gedicht „The prisoner of Chillon” heeft Byron dezen martelaar verheerlijkt.