Chiéti of Civita da Chiéti is de wèl-gebouwde en bevallig gelegen hoofdstad der evenzoo genoemde Italiaansche provincie (voorheen Abruzzo Citeriore), niet ver van de rivier Pescara, op eene hoogte, vanwaar men een heerlijk uitzigt heeft op de Adriatische Zee.
Men heeft er 7 kerken, een gymnasium, een seminarium en ongeveer 20000 inwoners, die laken weven, zich op de zijdeteelt en op het voortbrengen van olijven-olie, wijn en graan toeleggen en eenigen handel drijven. In de dagen der Oudheid heette de stad Theate Marrucinorum.
Na den val van het Romeinsche rijk kwam zij in de magt der Gothen en Longobarden; Pepijn de Korte verwoestte haar, doch zij werd door de Noormannen weder opgebouwd en met Napels vereenigd.
Chigi Chigi is de naam van een vorstelijk Romeinsch geslacht afkomstig uit Siéna. Agostino Chigi onderscheidde zich door zijn rijkdom en kunstmin in het tijdperk van paus Julius II tot aan Clemens VII. Voor hem schilderde Rafaël de „Farnesina”, en ook andere kunstenaars, zooals Baldassare Peruzzi en Sodoma, werden door hem voortgeholpen.
Een nieuwen glans ontleende dit geslacht in 1655 aan Fabio Chigi, die als Alexander VII de pauselijke waardigheid verkreeg. Toen kwam het in het bezit van het vorstendom Campagnano en van het hertogdom Ariccia met het daarbij behoorend paleis, hetwelk tot de aanzienlijkste van Rome gerekend wordt. Voorts heeft het in een paar kerken fraaije kapellen met kostbare schilderijen. Zijne leden hebben in den laatsten tijd den naam Albani bij den hunnen gevoegd, en zij bekleeden de waardigheid van erfelijke maarschalken van het Conclave.