Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 04-07-2018

Chatterton

betekenis & definitie

Chatterton (Thomas) Chatterton een Engelsch dichter, is vooral bekend geworden door zijne rampspoedige lotgevallen. Hij werd geboren te Bristol den 20sten November 1752, bezocht op zijn 8ste jaar de armenschool te Colston, en in die dagen was zwaarmoedigheid de hoofdtrek van zijn karakter.

Op 11-jarigen leeftijd schreef hij een hekeldicht, en zijne zwaarmoedigheid veranderde in ijdelheid; hjj droomde van roem en rijkdom, en meende dat hij langs buitengewone wegen daarnaar moest streven. Hij werd schrijver bij een procureur te Bristol en legde zich vooral toe op de kennis der oud-Engelsche taal. Toen er in 1768 eene nieuwe brug werd ingewijd, deed hij in de courant eene beschrijving drukken van de eerste monniken, die over de oude brug waren gegaan,— eene beschrijving, volgens zjjne verzekering door hem aan een oud handschrift op pergament ontleend. Daarna vervaardigde hij onderscheidene verzen in ouden trant, die hjj aan voormalige dichters, vooral aan Rowley, toekende. In 1769 legde hij er eenige voor aan Horace Walpole, doch deskundigen verklaarden ze voor onecht, zoodat hij diens gunst verloor. Chatterton, hierdoor gekrenkt, liet zijne betrekking varen en begaf zich naar Londen, om er in de dagbladen der oppositie te schrijven. Door het overlijden van zjjn beschermer, den lord-mayor Reckford, werden zijne omstandigheden zóó bekrompen, dat hij vaak naauwelijks droog brood kon krijgen.

Wat hjj verdiende, besteedde hij aan geschenken, bestemd voor zijne moeder en zuster, die hjj steeds met blijde vooruitzigten verkwikte, en aan zijne kleeding. Eindelijk, nadat hij in onderscheidene dagen niets gegeten had, bragt hij op den 25sten Augustus 1770 — dus op 18jarigen leeftijd — zich door vergif om het leven. Hij was een martelaar zijner ijdele roemzucht. Nu verbreidden zich zijne gedichten tegelijk met het verhaal van zijne treurige lotgevallen. Die gedichten geven getuigenis van eene schitterende verbeelding, van eene rijke vinding en van een diep gevoel; vooral zjjne hekeldichten vonden grooten bijval. Zjjne gezamenlijke werken zijn bij herhaling uitgegeven.

< >