Carloman, een zoon van Karel MarteI, werd na het overlijden zijns vaders gebieder van Austrasië, Zwaben en Thüringen, terwijl zijn broeder Pepyn de Korte over Neustrië en Bourgondië den schepter zwaaide. Hij begaf zich weldra in een klooster, nadat hij Austrasië aan Pepyn had afgestaan, en overleed in 755.
Ook een zoon van laatstgemelden Pepyn droeg dien naam, deelde met Karel de Groote het rijk zijns vaders, heerschte over Neustrië, Bourgondië en een gedeelte van Aquitanië en overleed in 777.
Die naam werd ook gedragen door een zoon van Lodewijk II, die eerst met zijn broeder Lodewijk III en na diens dood (882) alleen over Frankrijk regeerde. Hij overleed in 884 aan eene wonde, hem door een wild zwijn toegebragt.