Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 02-07-2018

Canino

betekenis & definitie

Canino (Charles Lucien Jules Laurent, prins Bonaparte, vorst van), een uitstekend beoefenaar der natuurlijke historie en bekend door zijne deelneming aan de revolutie te Rome in 1869, was de oudste zoon van Lucien Bonaparte, vorst van Canino en Musignano. Hij werd geboren te Parijs den 24sten Mei 1803, en begaf zich, na het bezoeken van verschillende universiteiten, naar Noord-Amerika, waar hij zich wijdde aan de natuurlijke historie. Eene eerste belangrijke vrucht daarvan was zijn „American ornithology (1825, 3 dln)”, eene voortzetting van het evenzoo genoemde boek van Wilson. Daarna vestigde hij zich te Rome en verwierf grooten roem door de uitgave van zijne „Iconografia della Fauna Italica (1833—1841, 3 dln in folio)”.

Ook vóór dien tijd had hij reeds verhandelingen van zoölogischen inhoud aldaar in het licht gegeven, en wij hebben van hem belangrijke lijsten van Europésche zoogdieren en visschen. Hij riep congressen bijeen van Italiaansche geleerden en was er meermalen als voorzitter werkzaam. Toen hij echter te Venetië in 1847 op zulk een congrès staatkundige opmerkingen in zijne rede vlocht, werd hij door de Oostenrijksche regéring buiten de grenzen verwezen, zoodat hij naar Rome moest terugkeeren. Hier nam hij in 1847 en 1848 deel aan de revolutionaire bewegingen, en behoorde er tot de ultra-liberale partij, die de republiek afkondigde. Zelf bekleedde hij bij afwisseling de betrekking van onder-voorzitter en voorzitter der Constituérende Vergadering. Na den intogt der Franschen in Rome, nam hij de wijk naar Frankrijk, doch bij zijne komst te Marseille werd hem door de regéring van zijn neef het verblijf in zijn vaderland verboden.

Toen de prins niettemin verder reisde, werd hij te Orleans in hechtenis genomen en vervolgens naar Havre gebragt, vanwaar hij zich naar Engeland inscheepte. Eerst later werd het hem vergund, zich te Parijs te vestigen, waar hij na 1850 zich aan zijne studiën wijdde. Behalve een „Conspectus systematum mastozoologiae” en „Conspectus generum avium”, beide in 1850 te Leiden in het licht verschenen, gaf hij eenige monographieën uit, bijvoorbeeld over de papegaaijen, over de duiven enz. Hoewel door eene ernstige ziekte geteisterd, werkte hij ijverig met Marnier aan een werk over de vogels van Frankrijk, toen de dood hem wegnam op den 20sten Julij 1857. Over zijne naaste bloedverwanten raadplege men het artikel Bonaparte.

< >