Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 02-07-2018

Camillus

betekenis & definitie

Camillus is de bijnaam der leden van het oud-Romeinsch, patricisch geslacht der Furiërs (gens Furia). Daartoe behoorde Marcus Furius Camillus, een van de beroemde helden der Republiek. Op zeer jeugdigen leeftijd werd hij reeds krijgstribuun en bekleedde die betrekking tot 7-maal toe. Als dictator (404— 395 vóór Chr.) belegerde hij Veji, eene der magtigste steden van Etrurië.

Na de verovering daarvan hield hij een triomftogt met 4 witte paarden, zooals men gewoonlijk voor de dienst der goden gebruikte. Daardoor en door het belemmeren van eene kolonisatie der Plebejers in Veji haalde hij zich het ongenoegen van het volk op den hals. Niet lang daarna sloeg hij het beleg voor Falerii, —zond een onderwijzer, die de kinderen der aanzienlijkste ingezetenen verraderlijk in zijne handen wilde leveren, met boegen beladen terug en bewoog door die edelmoedige handelwijze de belegerden tot de overgave.

Na zijn terugkeer werd hij wegens ongesteldheid des consuls met het bestuur belast. Gehaat bij het volk en door de volkstribunen aangeklaagd van vervreemding van te Veji veroverden buit, van trotschheid en heerschzucht, alsmede van eene al te zachte behandeling der ingezetenen van Falerii, begaf hij zich naar Ardea in vrijwillige ballingschap, hoewel zijne vrienden aanboden, de hem opgelegde boete te betalen.

Weldra had Rome reden tot berouw over de verwijdering van zijn besten veldheer. Toen Brennus, het opperhoofd der Galliërs, Rome veroverd had met uitzondering van het Capitool, verzamelde Camillus de strijdbare bewoners van Ardea, versloeg de stroopende benden der Galliërs en werd door den Senaat in zijne eer hersteld, teruggeroepen en met het dictatorschap bekleed.

Hij verscheen met 40000 Romeinen op het oogenblik, toen de bezetting van het Capitool den vrijen aftogt wilde koopen. Verontwaardigd riep Camillus uit „met ijzer en niet met goud koopt Rome zich los!” en hij versloeg de Galliërs. Volgens Polybius verscheen Camillus juist op het tijdstip, toen de Galliërs wilden wegtrekken, en dit is waarschijnlijker.

Als een tweede Romulus, als een nieuwe stichter der stad begroet en de vader des vaderlands genoemd, trok Camillus er binnen, en verzette zich ook nu weder tegen het voornemen des volks, om het in asch bedolven Rome te verlaten en de ruime, ledigstaande woningen te Veji te betrekken. De Senaat koos zijne zijde en de stad werd weder opgebouwd, zoodat hij haar zoowel redde door zijne wijsheid als door zijne dapperheid. Ook in het volgende jaar was hij dictator en streed voorspoedig tegen het dreigend verbond der Aequers, Volscers, Hernicers, Latijnen en Etruscers, en trok ten derden male zegepralend binnen Rome. Als krijgstribuun wreekte hij zich op het vijandig Antium en hij strafte met gestrengheid den oproerigen Manlius Capitolinus.

Op gevorderden leeftijd trok hij nogmaals op als opperbevelhebber tegen de Volscers en behaalde de overwinning bij Satricum.

Te midden der verwikkelingen, ontstaan bij de gelijkstelling der Plebejers met de Patriciërs bij het kiezen van consuls, werd hij door den Senaat voor de 4de maal tot dictator benoemd.

Hij verzette zich aanvankelijk met kracht tegen de eischen der Plebejers, maar gevoelende, dat deze door hunne overmagt de overwinning zouden behalen, stemde hij den Senaat tot inschikkelijkheid en deed afstand van de dictatuur.

Op 80-jarigen leeftijd zag hij zich bij een inval der Galliërs voor de 5de maal tot dictator gekozen, behaalde nogmaals de zegepraal en trok voor de 4de maal in triomf de muren van Rome binnen, hoewel ook dit berigt van Livius door Polybius wordt tegengesproken.

Daarna deed hij naast het Capitool een tempel ter eere van Concordia verrijzen, verliet de staatkundige loopbaan, en overleed in het jaar 365 vóór Chr.

Camillus heeft zich in een hagchelijken tijd zeer verdienstelijk gemaakt jegens zijn vaderland. Hij verbeterde de Romeinsche wapens door ijzeren helmen, schilden met koperen randen en lange speeren in te voeren, vermeerderde de soldij en den strijdlust, wekte als censor de ongehuwde mannen op, om de talrijke krijgsmans-weduwen te trouwen en zorgde alzoo voor het toenemen der bevolking. Volgens de oud-Romeinsche jaarboeken was Rome alles door hem en zonder hem niets.

— Zijn oudste zoon Spurius Furius Camillus was de eerste praetor te Rome, — zijn tweede zoon Lucius Furius Camillus de eerste aedilis civilis en bij herhaling dictator.

< >