Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 02-07-2018

Calorimeter

betekenis & definitie

Calorimeter (De) is een natuurkundige toestel, waarmede men den warmtegraad van een ligchaam van hooge temperatuur of de warmte-hoeveelheid, door eene zekere hoeveelheid brandstoffen opgeleverd, meten of althans bij benadering bepalen kan. Om het nut van dit instrument te beseffen, bedenke men dat gelijke gewigts-hoeveelheden van ongelijke stoffen ongelijke warmte-hoeveelheden behoeven, om een bepaalden warmtegraad te bereiken, — eene eigenschap, die voortvloeit uit de warmte-capaciteit en de specifieke warmte dier stoffen (zie onder Warmte). Terwijl de thermometer de warmtegraden der stoffen aanwijst, moet de calorimeter de hoeveelheid warmte bepalen, die tot het voortbrengen van bepaalde warmtegraden in de stoffen aanwezig is. Bij het verbranden van gelijke gewigts- hoeveelheden van verschillende brandstoffen — zooals kool, hout, was, talk, olie — worden ongelijke warmte-hoeveelheden ontwikkeld, waarop dan het grooter of geringer warmte- gevend vermogen dier zelfstandigheden berust.

Daar in elk geval de warmte, zelfs wanneer men haar als eene stof beschouwt, niet gemeten of gewogen kan worden, zoo is eene regtstreeksche bepaling der warmte-hoeveelheden onmogelijk en men moet haar opmaken uit de door haar voortgebragte werking. Daarom heeft men aan de warmte-hoeveelheid, die in staat is, om de warmte van een Ned. pond water van 0° tot 1°C. te brengen, met den naam van calorie bestempeld en als warmte- eenheid aangenomen. Men neemt dus door middel van den calorimeter waar, met hoeveel warmte-eenheden men in een gegeven geval te doen heeft. Hiertoe merkt men op, hoe groote hoeveelheid ijs door de onderzochte warmtebron tot smelten gebragt is, of ook de verhooging van temperatuur, welke eene bepaalde hoeveelheid water door de werking dier warmtebron ondergaat. In het eerste geval gebruikt men den ijs-calorimeter van Lavoisier en Laplace, in het tweede den water- calorimeter van Rumford.

< >