Cagots of Gahets is de naam van een eigenaardigen volksstam in de Pyreneeën, dien men wel eens verwart met de cretins, terwijl die stam zich juist onderscheidt door een flinken, gespierden ligchaamsbouw, een goed-ontwikkelden schedel, sprekende gelaatstrekken, blaauwe oogen en blond haar. Voorheen verspreidde het bijgeloof het gerucht, dat personen, tot dit volk behoorende, aan huidziekte leden, dat zij zich onderscheidden door een walgelijken reuk, en dat hun de oorlellen ontbraken.
Nog in den aanvang der 17de eeuw schuwde men hen als de pest. Zij bewoonden ellendige hutten, afgezonderd van de overige huizen, mogten zich niet met de andere ingezetenen des lands aan dezelfde tafel plaatsen, in de kerk zich niet verder begeven dan tot aan den wijwatersbak enz. In Frankrijk blijft die kloof door gewoonte bestaan, terwijl zij elders reeds gedempt is. De Cagots zijn bijna alle timmerlieden, en waarschijnlijk is de naam eene verbastering van „Canis Gothus (Gothische hond).” Men vindt ze aan beide zijden der Pyreneeën, in de Spaansche gewesten en in de Fransche departementen. Hier heeten zij ook Caqueux, Cacoas of Caquins.
