Cahors, de hoofdstad van het Fransche departement Lot, ligt op den linkeroever der Lot, is gedeeltelijk op rotsen gebouwd, bevat kromme, steile straten, en telt eenige merkwaardige gebouwen en 15000 inwoners, die handel drijven met wijn, brandewijn, vruchten, truffels, noten, hennep, vlas, tabak enz., terwijl zij zich tevens bezig houden met het vervaardigen van laken, kant, papier, leder en glas.
Zij is de zetel van een prefect, van een bisschop, van 2 vredegeregten en van eene handelsregtbank. Eene universiteit, aldaar gesticht in 1331, is ten tijde der Revolutie opgeheven. Paus Johannes XXII, de dichter Clément Marot en koning Joachim Murat zijn er geboren. Te voren heette de stad Divona, later Cadurcum,, en in hare nabijheid vindt men overblijfselen van een Romeinsch amphitheater.
De wijnen van Cahors zijn de beste pontac-soorten, fraai donkerrood van kleur en zoolang zij jong blijven zeer aangenaam van smaak. Onder deze bekleedt de Rogomme, die geurig is en zoet, den eersten rang, en op dit merk volgen Cahors grand constant, C. Duroc, C. Marquêre, C. Haut-Brion en C. Parnac.
