Braambes is de naam van planten, die tot het geslacht Rubus en tot de familie der Rosaceën behooren. Rubus onderscheidt zich door de eigenschap, dat op haar kegelvormigen vruchtbodem een groot aantal steenvruchtjes groejjen, die te zamen afvallen. Zij heeft een 5-deeligen kelk en 5 kort-genagelde bloembladen.
De talrijke meeldraden staan langs den kelkzoom geschaard. De heesterachtige braambes of brummel (R. fruticosus L.) heeft een aantal stengels, die zich in verschillende rigtingen — doorgaans langs den grond — verspreiden. De stengels zijn vjjf- kantig en hier en daar met scherpe stekels gewapend. De 5-talIige bladeren zijn omgekeerd-eivormig en hebben enkel of dubbel gezaagde randen. De kleine aren dragen een aantal witte bloemen, en de vruchten zijn zwart of rood van kleur. Bijgaande figuur stelt een tak voor op ¼de der natuurlijke grootte, één der onderste bladeren, en 2 vruchten op ½de der natuurlijke grootte. Men heeft honderde soorten en verscheidenheden van braambessen, die vooral in de wouden in het wild groeijen en zich niet gemakkeljjk laten verwijderen.
Sommige worden in de tuinen gekweekt. De rijpe vruchten leveren een verkwikkend ooft. Het sap wordt met eene geljjke gewigtshoeveelheid suiker tot eene gelei geroerd, hetwelk zoowel koud als warm geschieden kan. Ook wordt het sap in een gegisten of ongegisten toestand in flesschen bewaard, om daarvan met koud water een verfrisschenden drank te bereiden. Voorts wordt er wijn van gemaakt, doch daar de verhouding van het zuur tot de suiker in braambessen is als 1 tot 3,73, moet er voor de gisting zooveel suiker worden bijgevoegd, dat de verhouding eene dergelijke wordt als bij goede druiven, namelijk, dat tusschen het zuur, de suiker en het water de verhouding bestaat van 1, 40, 97.