Boston

betekenis & definitie

Steden van dezen naam zijn:

Boston in Engeland, in het graafschap Lin­coln op den linkeroever van de Witham. Er ligt eene brug over de rivier met een boog, die eene spanning heeft van ongeveer 26 Ned. el. Men heeft er een paar schouwburgen, eene groote boekerij, een fraai marktplein, eene merkwaardige kerk van het jaar 1309, eene Latijnsche school, en van ouds veel han­del en scheepvaart. Er zijn omstreeks 15.000 inwoners.

Boston in Noord-Amerika. Deze stad, de hoofdstad van den staat Massachusetts is eene van de oudste en grootste steden der Unie. Zij ligt aan de Massachusetts-baai, gedeelte­lijk op een schiereiland, op 42°21' N.B. en 70°3' W.L. van Greenwich, en bestaat sedert 1870 uit 5 districten, namelijk Boston, Zuid-Boston, Oost-Boston, Highland (voorheen Roxbury) en Dorchester, en telde in laatst­genoemd jaar 250.000 inwoners. De haven van Boston — eene der beste van Amerika — kan 500 schepen bevatten en is door de for­ten William en Indépendence, die zich op een paar der 40 voor haren mond gelegene eilandjes verheffen, tegen vijandelijke aan­vallen beveiligd. Men heeft er aanzienlijke scheepstimmerwerven, waar een groot deel der Amerikaansche vloot gebouwd is. De verschillende deelen der stad, op een schier­eiland, een eiland en op den vasten wal ge­bouwd, zijn door prachtige bruggen met elk­ander verbonden; de West-Boston- en de Kanaalbrug zijn meer dan 900 Ned. el lang. Het schier-eiland, waarop het oude gedeelte der stad verrijst, is heuvelachtig en de straten zijn er naauw en krom.

Zuid-Boston, zich langs de zuidzijde der haven uitstrekkende, is regelmatig gebouwd, en Oost-Boston ligt op een eiland, hetwelk door eene brug vereenigd is met Chelsea, waar zich de aanleg­plaats bevindt der groote stoombooten uit Liverpool. Het fraaiste gedeelte der stad is West-Boston, hetwelk gelegen is tusschen de Charles-rivier en de Commons, eene voor­malige gemeente-weide, die later in een sierlijk park herschapen werd. Ten westen van dit laatste bevindt zich de openbare tuin met het ruiterstandbeeld van Washington, dat in 1869 onthuld werd. Tot de voornaamste ge­bouwen behooren er: het Provincie-huis (State-House) met een fraaijen koepel, — Faneuil-hall op het Dok-plein, een markthuis, in 1742 door een particulier gesticht en aan de stad ten geschenke gegeven, — het oude provincie-huis, — de beurs, en het geregtshof, — het Massachusetts-hospitaal enz. De verbazend talrijke kerken, die er aan 131 gemeenten behooren, onderscheiden er zich niet door bouwkunstige schoonheid.

Natuurlijk heeft men er schitterende hôtels en vele schoolgebouwen. Behalve de bijzondere scholen waren er in 1869 vier scholen van middelbaar, 27 van uitgebreid lager en 305 van lager onderwijs, waar bijna 33.000 kin­deren door ruim 750 leeraren werden onder­wezen. Daarenboven waren er 10 avond­scholen voor volwassenen. Harvard-College in Cambridge, eene voorstad van Boston, in 1738 gesticht, is de beste universiteit der Vereenigde Staten. De stads-bibliotheek (Pu­blic library) telt er 160.000 deelen en is eerst in 1852 door Joshua Bates, een vermogend ingezeten der stad, door eene schenking van 50.000 dollars gesticht; voorts telt de boekerij van het Athenaeum er 100.000, de Staatsboekerij 29.000, en de handelsbibliotheek 20.000 deelen, terwijl daarenboven eenige ge­nootschappen in het bezit zijn van aanzien­lijke bibliotheken.

Zeer talrijk zijn er ook de instellingen van weldadigheid. Men heeft er gestichten voor behoeftige mannen, vrou­wen en kinderen, voor krankzinnigen, blin­den en zieken. Merkwaardig is er vooral het Female-collegie, door John Simmons (♰ 1870) met 2 millioen dollars gesticht en bestemd, om door het verschaffen van grondig onder­wijs arme en onbemiddelde vrouwen in staat te stellen, om in haar onderhoud te voorzien. Tot de reeds vermelde genootschappen be­hooren “De Amérikaansche academie van kunsten en wetenschappen”, die reeds een groot aantal verhandelingen heeft uitgege­ven, — het “Historisch genootschap van Massachusetts”, — het “Natuurkundig ge­nootschap”, enz. Ook verschijnt te Boston het “American Review”, één der oudste en beste tijdschriften van Noord-Amerika. De kunst telt er weinig voorstanders, en er zijn slechts weinige schouwburgen.

De uitmun­tende kanalen, talrijke spoorwegen (naar Lowell, Springfield, Worcester, Quincy, Providence, Albany, Newyork enz.) en gun­stige ligging aan eene voortreffelijke haven, vanwaar stoombooten naar de belangrijkste koopsteden der Oude en Nieuwe wereld ver­trekken, — dit alles maakt Boston tot eene der gewigtigste stapelplaatsen van den han­del. In 1868 is er voor eene waarde van meer dan 15 millioen dollars uitgevoerd en voor eene waarde van ruim 38 millioen dol­lars ingevoerd. In de 50 deposito-banken der stad was in 1869 een bedrag geplaatst van 50 millioen dollars, en in 13 spaarbanken een bedrag van 33 millioen. De nijverheid bevindt er zich in een bloeijenden toestand: er zijn vele leerlooijerijen, zeilmakerijen, touwslagerijen, katoen-, papier- en ijzerfa­brieken, glasblazerijen, suikerraffinaderijen, rum-, zeep- en potasch-fabrieken, terwijl tevens de kabeljaauw- en walvischvangst er aan velen werk geven. Voorheen was Boston nagenoeg uitsluitend eene Amérikaansche stad, — thans schat men het aantal Ieren aldaar op 100.000, terwijl er zich ongeveer 7000 Duitschers bevinden. De stad wordt sedert 1795 door waterleidingen uit het Jamaïca-meer van drinkwater voorzien, en hare omstreken zijn zeer fraai en met tallooze buitenverblijven versierd.

Boston werd in 1630 gesticht; in 1632 verrees er de eerste kerk, en in 1821 kreeg zij stedelijke regten, waarna hare belangen door een mayor, 8 aldermen en een raad van 48 leden worden behartigd. Ieder stadsafdeeling bezit voorts een armenverzorger, een notaris, 2 commissarissen voor het on­derwijs enz. De Amerikaansche vrijheidsoor­log is in Boston het eerst losgebarsten. In Maart 1776, na den slag bij Bunkershill, toen Washington de stad belegerde, werden de Britsche troepen gedwongen door de bat­terijen, op de hoogten van Dorchester ge­plaatst, om de stad te verlaten, waarna hare inwoners met den meesten ijver deel namen aan den strijd. John Hancock, de eerste onderteekenaar van de onafhankelijksverklaring, was een burger van Boston, en deze stad is ook de geboorteplaats van den beroemden Benjamin Franklin.