Bordeaux-wijnen noemt men de wijnsoorten, welke in het departement Gironde worden verbouwd. Zij onderscheiden zich door een aangenamen geur en een fijnen smaak. Men rekent, dat er jaarlijks 1400000 vat, elk van 100 Ned. kan, worden uitgevoerd, 400000 in het land verkocht en 400000 tot het maken van cognac gebruikt.
Zij moeten althans 1½ jaar oud zijn, en sommige soorten 5 of 6 jaar, voordat zij hunne edelste eigenschappen bezitten. Men heeft 6 soorten van Bordeaux-wijnen: Medoc (rood), Graves (wit), Palus (rood en wit), des Cótes, de Terre forte en d'Entre deux mers. De roode soorten zijn het meest gezocht. Echte Bordeaux-wijn is eenigzins hard, maar geurig, en versterkt de maag zonder het hoofd te bezwaren. Men kan de echtheid onderzoeken door eenige droppels op vloeipapier te gieten, waarbij de echte wijn bleekroode vlekken met een donkeren rand en de vervalschte gelijkmatige bleekroode vlekken achterlaat. De beste soorten zijn Lafitte, Latour, Chateau-Margeaux en Haut-Brion.
Goedkooper soorten zijn Rezan, Gorce, Beville Larose, Brane-mouton, Pichon-Longueville en Calon, en tot de geringste behooren Pouillac, Pessac, Cantenac, Laborde, Cassac, St. Emilien, Bas-Medoc, Fronsac enz. Van de Medoc-wijnen is de Haut-Medoc van Margeaux de beste, en onder de witte wijnen geeft men de voorkeur aan St. Bris, Carbonnieux, Pontac, Barsac, Preignac en Beaumes. De Bordeaux-wijnen worden verzonden in vaten van 218 Ned. kan en zijn in ons Land onderworpen aan een invoerregt van 20 gulden de 100 Ned. kan.