Onder dezen naam vermelden wij:
Charles de Bonnet, een beroemd natuurkundige en wijsgeer. Hij werd geboren te Genève den 13den Maart 1720. Hoewel bestemd voor de regtsgeleerde loopbaan, legde hij zich met zooveel ijver toe op de natuurlijke historie, dat eene verhandeling over de voortplanting der bladluizen hem reeds op 20-jarigen leeftijd het lidmaatschap bezorgde der Academie van Wetenschappen te Parijs. Twee jaren later werd hij lid van de Londensche “Royal Society.” Op 23-jarigen leeftijd promoveerde hij in de regten, maar hij beoefende uitsluitend de natuurlijke historie en de wijsbegeerte.
Eene oogziekte verhinderde hem zijn microscopisch onderzoek voort te zetten, zoodat hij zich bij de speculatieve wijsbegeerte, inzonderheid bij het Christendom, bepaalde. Zijn boek “Idéés sur l’état futur des êtres vivants ou palingénésie philosophique” (1769) is met warmte geschreven. Hij zag zich in 1752 benoemd tot lid van den Grooten Raad van Genève, maar moest wegens ongesteldheid in 1768 die betrekking nederleggen, waarna hij zijn landgoed Genthod aan het Meer van Genève betrok en aldaar den 30sten Mei 1793 overleed. Van zijne overige werken vermelden wij zijn “Traité d’insectologie (Parijs 1745, 2 dln)”, “Essai sur les facultés de 1’ame (1760)”, en “Contemplation de la nature (1760).” Zeer beroemd is ook zijn werk “Recherches sur l’usage des feuilles dans les plantes (1754)”.
Gijsbertus Bonnet, een Nederlandsch godgeleerde. Hij werd geboren te Naarden den 23sten September 1723, studeerde te Utrecht en onderscheidde zich aldaar door het verdedigen van zielkundige verhandelingen. In 1753 werd hij proponent, en nadat hij achtereenvolgens te Amersfoort, Rotterdam en ’s Hage als predikant was werkzaam geweest, aanvaardde hij in 1761 de betrekking van hoogleeraar in de godgeleerdheid te Utrecht. Hij hield een aantal geleerde redevoeringen en schreef onderscheidene stichtelijke werken, werd wegens zijne gevoelens in menigen pennestrjjd gewikkeld, en liet den lof na van groote geleerdheid, opregte vroomheid en ongemeene welsprekendheid. Hij overleed te Utrecht den 3den Februarij 1803.