Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 19-03-2018

Boieldieu

betekenis & definitie

Boieldieu (Francois Adrien), een beroemd Fransch opera-componist, werd geboren te Rouaan den 16d™ December 1775. Hjj werd er koorknaap in de hoofdkerk, en ontving van den organist Broche onderwijs in de muziek. Reeds vroeg openbaarde zich bij hem de neiging tot dramatische muziek, zoodat hjj zich aan eene opera waagde, en toen deze met bjjval ontvangen werd, begaf hij zich naar Parijs, waar hij door het geven van muziek-onderwijs in zijn onderhoud voor­zag, totdat hij opgenomen werd in het huis van den beroemden piano-fabrikant Erard.

Weldra behaalde hij grooten roem door eenige romances, die, door Garat op eene onna­volgbare wijze gezongen, de geliefkoosde liederen der Parijsche dames werden. Toen hierop de bevallige operette “La dot de Suzette” gevolgd was, schreef hij eenige opera’s en andere muziekstukken, zoodat hij onder de piano-professoren aan het Conservatoire werd opgenomen. Vooral door “le Calife de Bagdad” verwierf hij zich een onsterfelijken naam. Zijn ongelukkig huwe­lijk met de beroemde danseres Clotilde Mafleuroy bewoog hem, eene benoeming tot Keizerlijken kapelmeester te Petersburg aan te nemen. Hjj begaf zich derwaarts in 1803 en vertoefde er tot 1810, terwijl hij wederom een groot aantal opera’s schreef. Na zijn terugkeer te Parijs deed hij zijn bekoorlijk werk “Jean de Paris” in het licht verschij­nen, waardoor hij de harten van duizenden wist te winnen, gevolgd door andere, onder welke zich zijn beroemd “Le petit chaperon rouge (Roodkapje)” bevindt.

Boieldieu werd in 1817 lid der Academie met een jaargeld van 4000 francs. Zijne ge­zondheid was echter geschokt door zijne drukke werkzaamheid, zoodat hij zich eeni­gen tijd op een landgoed moest afzonderen. Jaren gingen voorbij, waarin slechts gele­genheidsstukken of omwerkingen van vroe­ger vervaardigde opera’s door hem in het licht werden gezonden, totdat hij in 1825 optrad met zijn meesterstuk “la Dame blanche”, hetwelk in de voornaamste schouwbur­gen van Europa met den meesten bijval werd opgevoerd. Zijne laatste opera “Les deux Nuits” maakte, vooral wegens het libretto, op verre na niet zoo grooten opgang. Intusschen was de ongesteldheid van den uitstekenden componist aanmerkelijk toegenomen, en hij geraakte daarenboven door de Julij-revolutie van 1830 in een ongunstigen geldelijken toe­stand.

Vruchteloos zocht hij door het gebruik der baden in het zuiden van Frankrijk zijne verzwakte gezondheid te herstellen. Hij over­leed op zijn landgoed Jarey bij Grosbois op den 8sten October 1834. Wegens de frischheid, levendigheid en zoetvloeiendheid zijner me­lodieën zal hij ten allen tijde onder de voor­naamste opera-componisten worden gerekend. Beminnaars der muziek stellen nog altijd vele stukken van Boieldieu op hoogen prijs.

< >