Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 19-03-2018

Blasius

betekenis & definitie

Onder dezen naam vermelden wij:

Den heiligen Blasius, bisschop te Sebaste in Cappadocië, die onder Licinius (316) den marteldood heeft ondergaan. Daar hij een knaap, die bijkans gestikt was wegens een graat in de keel, aanstonds hielp, wordt hij door het volk beschouwd als de bescherm­heilige tegen keelpijn. Zijn herinneringsdag valt op den 3den Februarij. Een beroemd klooster, aan dezen Heilige gewijd, verhief zich weleer in Oostenrjjksch Breisgau, in een eng dal van het Schwarzwald en tusschen hooge bergen. Dat klooster, in de 6de eeuw door kluizenaars ontstaan en begiftigd met 860 reliquiën van den heiligen Blasius, is in 1807 opgeheven en thans herschapen in eene katoenspinnerij.

Gerardus Blasius of Gerard Blaes, een Nederlandsch geneeskundige. Hij werd gebo­ren te Oostvliet in het land van Kadzand in het begin der 17de eeuw, studeerde te Kopenhagen en te Leiden, vestigde zich als geneesheer te Amsterdam en werd er eerst buitengewoon en toen gewoon hoogleeraar aan het Athenaeum (1666). Hij was lid van de Kei­zerlijk Russische Academie van Natuur en Kunst, gaf een aantal geneeskundige werken uit, en overleed op den 25sten Maart 1692.

Johannes Blasius of Joan Blaes, een broe­der van den voorgaande. Hij was advocaat te Amsterdam en heeft een aantal blijspelen benevens andere gedichten uitgegeven.

Abraham Blasius, een zoon van Gerardus. Hij was desgelijks geneesheer te Amsterdam en heeft een Latijnsch werk van geneeskun­digen inhoud geschreven.

Ernst Blasius, een uitstekend heelkundige. Hij werd geboren te Berlijn den 20sten Novem­ber 1802, bezocht er het gymnasium en de geneeskundige school, werd vervolgens offi­cier van gezondheid en vestigde zich in 1827 eerst te Berlijn en vervolgens als privaat­docent (1829) aan de universiteit te Halle. In 1830 werd hij er benoemd tot buitenge­woon hoogleeraar in de geneeskunde en in 1834 tot gewoon hoogleeraar en tot directeur der cliniek. Tot zijne belangrijkste geschrif­ten behooren ‘‘Handbuch der Akiurgie (1830 tot 1832, 3 dln, 2de uitgave 1841—1844)” met een atlas, “Lehrbuch der Akiurgie (Ber­lijn 1835, 1846 2de uitgave), en “Handwörterbuch der gesammte Chirurgie und Augen-heilkunde (Berlijn, 1836—1839, 4 dln)”.

< >