Dit woord, aan het Grieksch ontleend, beteekent “verheffing" en staat tegenover thesis of “daling.” Het wordt gebruikt om in een vers die lettergrepen aan te duiden, waarop de klemtoon valt. Het teeken der arsis is een accent, dat met den accentus acutus (') overeenkomt. Als voorbeelden der arsis vermelden wij de versregels:
“Zou ik vóór den klépper vréezen.”
“Niet stéeds is de liéfde besténdig van duur."
Men ziet gemakkelijk in, dat in de Westersche poëzie de arsis steeds op de lange en de thesis op de korte lettergrepen valt.