Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 11-01-2018

Applaudissement

betekenis & definitie

Applaudissement is in spreek-, concert- en schouwburgzalen de bijvalsbetuiging, die zich doorgaans in handgeklap openbaart. Deze gewoonte bestond reeds bij de Romeinen en ging er dikwijls, zooals bij ons ook wel gebeurt, van gejubel en geschreeuw vergezeld. Daarom werd er door het bestuur orde op gesteld. Een kunstmatig opgewekt of gekocht applaudissement behoorde ook dáár niet tot de ongewone zaken. In de oude Christelijke kerk werd ook de welsprekende prediker met applaudissement beloond.

Het applaudissement vindt men overal in de beschaafde wereld. Zoodanige bijvalsbetuiging is eene behoefte voor het opgetogen publiek en eene aanmoediging voor den spreker of voor den kunstenaar. Zeer ligt wordt het echter overdreven; het volk heeft wel eens lievelingen, die juist geene lievelingen der Muzen zijn, en ook deze oogsten somtijds een applaudissement, dat in eene vroede ontaardt, die hij de Italianen “furore” en bij de Franschen “frénésie” heet. Hierdoor wordt het fijne kunstgevoel gekwetst, en wie in hunne verkeerdheden worden toegejuicht, loopen gevaar om van kwaad tot erger te vervallen. Nog treuriger is het, wanneer gewaande kunstenaars of kunstenaressen zich voor geld applaudissement verschaffen, 't geen te Parijs (zie onder het woord Claqueurs) tot de dagelijksche zaken behoort.

< >