Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 14-11-2017

Ambonézen

betekenis & definitie

Ambonézen noemt men in het algemeen de volksstammen — grootendeels Alfoeren — die als de oorspronkelijke bewoners van het eiland Amboina worden beschouwd. Hunne taal verraadt hunne afkomst van de Hindoes. Zij zijn welgevormd, middelmatig van grootte en teêr van ligchaamsbouw.

Men verdeelt ze in 3 klassen, namelijk in negorij- of dorpsvolken, bij de nagel-cultuur ingedeeld en gedurende zes maanden tot beloonde of onbeloonde heeren-diensten verpligt, — in vrije lieden, die zich op verschillende takken van nijverheid toeleggen, — en in mestiezen of afstammelingen van Européanen, die meest in dienst zijn van het gouvernement. Het voornaamste voedsel der Ambonézen is sagobrij. De mannen dragen er een blaauw katoenen buis en broek, en de vrouwen een rok over een onderkleed. Zij zijn ligt geraakt, maar zeer dienstvaardig.

< >