Alkarsine (kakodyl-oxyde) is eene waterheldere vloeistof met een soortelijk gewigt van 1,642, welke bij 150° C. kookt en onder - 24° C. in schubvormige kristallen verandert. Zij heeft een walgingwekkenden arsenikreuk en een dergelijken smaak. Zij zinkt in water naar den bodem, maar lost zich op in wijngeest en aether. In de open lucht geeft zij een dikken witten rook en wordt hierbij zoo warm, dat zij na verloop van weinige oogenblikken in vlammen staat en tot arsenigzuur, water en koolzuur verbrandt.
Reeds lang was zij bekend onder den naam van Cadets rookende vloeistof, maar eerst Dumas en Bunsen hebben ons bekend gemaakt met hare bestanddeelen en scheikundige eigenschappen. Zij wordt verkregen door drooge destillatie uit een mengsel van azijnzuur kali en arsenigzuur en vervolgens in gesloten flesschen onder eene laag water bewaard. Bovenvermelde dampen prikkelen neus en oogen en zijn vergiftig, omdat zij arsenigzuur bevatten. Brengt men haar in eene kleine hoeveelheid op de huid, dan veroorzaakt zij eene geweldige jeuking en gevaarlijke wonden. Zij bevat arsenik in den metaal-toestand, en hierdoor ontstaat hare groote ontvlambaarheid. Maar het arsenicum is hier, even als koolstof, waterstof en zuurstof, tot eene organische verbinding met kool- en waterstof vereenigd, zoodat het door reagentia, die zijne aanwezigheid in anorganische verbindingen doet blijken, niet wordt aangewezen. Het vertoont zich niet vóórdat de organische verbinding vernietigd is.
