Gepubliceerd op 30-10-2017

zigzaggen

betekenis & definitie

zigzaggen - Werkwoord
1. (inerg) een koers volgen die dan weer de ene kant dan weer de andere kant heengaat
Er werd gezigzagd om de trefkans te verlagen.
2. ergatief een koers ergens heen volgen die dan weer de ene kant dan weer de andere kant heengaat
Hij was naar de overkant van het veld gezigzagd.
3. (ov) iets naaien met een zigzagsteek
De complete lap wordt dus eerst gezigzagd tegen het rafelen en gaat voor het naaiproces in de wasmachine.