water - Zelfstandignaamwoord
1. (scheikunde) een geurloze, kleurloze en smaakloze vloeistof waarvan de moleculen bestaan uit één atoom zuurstof en twee atomen waterstof (H2O)
♢ Een mens kan geen dag overleven zonder water.
2. (meteorologie) regenwater; veel voorkomende neerslag
♢ Er viel zodanig veel water op korte tijd dat de riolen het niet meer aankonden.
3. (enkel in het meervoud) stuk zee dat aan (g)een bepaald land toebehoort
♢ We bevinden ons nu in internationale wateren.
4. natuurlijke bedding waarin zich water bevindt
5. vloeistof in het lichaam
6. doorzichtigheid of helderheid van een diamant
7. golvende weerschijn van geweven stoffen
8. obligatie zonder onderpand; leeg aandeel
water - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wateren
♢ Ik water
2. gebiedende wijs van wateren
♢ water!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wateren
♢ water je?
Woordherkomst
via het Middelnederlandse woord water, Oudernederlands watar en de Germaanse r/n-stam *wator van de Proto-Indo-Europees-stam *wódr-
Verwant in Germaans:
Duits: Wasser
Engels: water
Verwante begrippen
sneeuw, ijs
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk
Bronnen
Bronnen: