Gepubliceerd op 31-10-2017

waarvan

betekenis & definitie

waarvan - Voornaamwoordelijk bijwoord
(scheidbaar)
1. vragend van wat?, van welk?
Waarvan is die foto?
2. betrekkelijk van wat, van hetwelk
Ik weet niet waarvan deze opname gemaakt is.
Ik heb de camera waar dit een lens van is, niet bij me.

Woordherkomst
samenstelling van waar en van