Gepubliceerd op 31-10-2017

vrijbuiter

betekenis & definitie

vrijbuiter - Zelfstandignaamwoord
1. (geschiedenis) (scheepvaart) een zeerover die niet zijn buit grotendeels zoals een kaper aan de staat afstond, maar vrijelijk op de markt verkocht
Kapers werden vaak vrijbuiters als hun dat uitkwam, zodat het verschil niet zo groot was.
2. iemand die niet vies is van een beetje avontuur, een avonturier
Oh, die? Dat was altijd al een vrijbuiter!
3. (scheepvaart) een klassieke, houten zeilboot

Woordherkomst
afgeleid van vrijbuiten met het achtervoegsel -er

Synoniemen
[1] filibuster, kaper, zeerover

Verwante begrippen
vrijbuiten, kaperbrief, kaperschip, kapersschip, zeeroverschip