Wat is de betekenis van vrijelijk?

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

vrijelijk

vrijelijk - Bijwoord 1. op vrije wijze, ongehinderd Woordherkomst afgeleid van vrij met het achtervoegsel -lijk met het invoegsel -e- Verwante begrippen vrij

2024-04-25
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

vrijelijk

vrijelijk - bijwoord uitspraak: vrij-e-lijk 1. zonder dat je ergens door gehinderd of beperkt wordt ♢ wij konden daar vrijelijk beschikken over gas en water Bijwoord: vrij-e-lijk

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Vrijelijk

bw., op vrije wijze ; ongehinderd : gij kunt dat vrijelijk doen ; — (Zuidn.) zelfstandig.

2024-04-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

vrijelijk

bw.; Z.-N. onafhankelijk: de raad benoemt vrijelijk den secretaris.

2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

vrijelijk

('vrijələk) bw. vrij: iets menen.

2024-04-25
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

VRIJELIJK

VRIJELIJK - bw. op vrije wijze.

2024-04-25
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Gerelateerde zoekopdrachten