verlies - Zelfstandignaamwoord
1. het teloorgaan, het kwijtraken
♢ Zijn vertrek naar Amerika is een groot verlies voor onze afdeling.
♢ Het bedrijf leed in dit kwartaal grote verliezen.
verlies - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verliezen
♢ Ik verlies
2. gebiedende wijs van verliezen
♢ verlies!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verliezen
♢ verlies je?
Woordherkomst
Naamwoord van handeling van verliezen
Antoniemen
winst
Verwante begrippen
nadeel, schade, schadepost, vermissing
Gepubliceerd op 31-10-2017
verlies
betekenis & definitie