Gepubliceerd op 31-10-2017

vasten

betekenis & definitie

vasten - Zelfstandignaamwoord
1. een tijd waarin men zich meest om religieuze redenen bepaalde zaken, veelal voedsel, ontzegt
Tijdens de vasten was hij door ziekte genoopt van zijn gelofte af te zien.

vasten - Werkwoord
1. (inerg) zich onthouden van voedsel
Hij vastte soms een dag.

vasten - Bijvoeglijk naamwoord
1. verouderde spelling of vorm van vaste van vóór 1946/47 Gold voor accusatief (m) enkelvoud.